Nieuws
Steun bij inkomensterugval door coronacrisis

Inwoners die te maken krijgen met een terugval in inkomen door de coronacrisis kunnen vanaf 24 maart bij de gemeente een beroep doen op Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK). Dat heeft wethouder Nadine Stemerdink de gemeenteraad bericht. De TONK-aanvragen lopen via de website van de gemeente.

Met de TONK worden de voorwaarden van de bijzondere bijstand tijdelijk verruimd, zodat inwoners kunnen worden ondersteund die op basis van het huidige beleid niet in aanmerking komen voor bijzondere bijstand.

De TONK heeft betrekking op de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021, is bedoeld om inwoners te ondersteunen die door een inkomensterugval (die direct het gevolg is van de coronacrisis) hun noodzakelijke kosten niet kunnen betalen en ziet met name toe op de huur of hypotheek(rente) en de lasten voor elektriciteit, gas en water.

De potentiële doelgroep van de TONK bestaat uit ondernemers die een Tozo-uitkering hebben aangevraagd, inwoners die recent zijn ingestroomd in de bijstand, inwoners die zijn ingestroomd in de WW en inwoners die geen beroep (kunnen) doen op deze of andere regelingen.

Er zijn diverse mogelijkheden om de inkomensterugval vast te stellen. Er is gekozen om aan te sluiten bij de daling in het inkomen die gelijk is aan de daling in het inkomen bij instroom in de WW vanuit betaalde arbeid. De eerste maanden ontvangt men in de WW 75% van het maandinkomen, oftewel een inkomensdaling van 25%.

De kosten die in aanmerking komen voor een vergoeding, zijn de huur of hypotheek(rente) en lasten voor energie, gas en water. Voor de vergoeding van de woon- en energielasten wordt een variabele vergoeding verstrekt. Daarmee kan de gemeente meer maatwerk en een passende vergoeding bieden.

Daarnaast wordt er een maximale vergoeding gehanteerd van 1000 euro per maand per huishouden. De verwachting is dat dit bedrag voldoende is om inwoners substantieel te kunnen ondersteunen en tegelijkertijd grip te kunnen houden op de uitgaven. Mocht tijdens de uitvoering van de regeling blijken dat de maximale vergoeding niet toereikend is, dan kunnen de beleidsregels tussentijds worden aangepast.

De daadwerkelijke omvang van de doelgroep die een aanvraag gaat indienen en ook toegekend krijgt, laat zich moeilijk voorspellen. Daarmee bestaat er een risico dat gemeenten meer voorzieningen moeten toekennen dan waarvoor zij budget van het rijk ontvangen. Landelijk gaat het nu om € 260 miljoen, verdeeld over twee tranches. Uit dit budget moeten zowel de verstrekkingen als de uitvoeringskosten worden betaald. Indien nodig volgt een bijstelling van het budget.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter