Wethouder Floor Kist (GroenLinks) ontkent dat hij en zijn VVD-collega Astrid van Eekelen afspraken inzake de sociale woningbouw hebben geschonden bij een deal over de ontwikkeling van Klein Plaspoelpolder (KPP, het gebied tussen Vliet, J.D. Zocherstraat, Oude Trambaan en Plaspoelkade in Leidschendam).
De bestuurder reageerde in de gemeenteraad op een publicatie van Vlietnieuws, afgelopen dinsdag. De KPP-deal sloten beide wethouders eind maart met de provincie. Daarin staat dat er op het stuk grond waar vroeger de gemeentewerf, het Avalex-afvalstation en Mebin betoncentrale zaten, alsmede het parkeerterrein achter het leegstaande kantoor Damsigt, 630 woningen komen waarvan 106 (17 procent) in de sociale sector en 69 (11 procent) in het middensegment (huur 700-1000 euro).
Beide percentages liggen ver onder normen die de gemeente formeel hanteert: 30 procent van nieuw te bouwen woningen moet in de sociale sector zitten; 20 procent in het middensegment. Kist is verantwoordelijk voor (sociale)woningbouw.
Kist stelt dat er wat betreft de normen sociale woningbouw en middensegment een uitzondering is gemaakt voor KPP. Vastgelegd is dat het daar gaat om 15 procent sociaal en 15 procent middensegment. De gemeenteraad is daar op 19 september 2017 mee akkoord gegaan. De normen van 30 en 20 procent bestonden toen nog niet, aldus de wethouder.
Feit is dat in het coalitieakkoord van begin 2015 stond dat er bij nieuwbouw speciale aandacht zou zijn voor sociale woningbouw. Daarbij werd het percentage van 30 procent genoemd. Een en ander kwam ook in de Woonvisie 2016-2020 terecht. De norm van 30 procent sociale woningbouw staat wel in de Beleidsregels woningbouw 2017-2019 die per 24 oktober 2017 van kracht werden, en in het coalitieakkoord van begin 2018. De 20 procentnorm voor het middensegment legde de gemeenteraad in 2020 vast. (illustratieve foto provincie ZH)