Nieuws
Nadine Stemerdink: ‘Ik heb alles goed willen doen’

Het Raadhuis staat er verlaten bij. Op haar werkkamer ruimt wethouder Nadine Stemerdink haar spullen op. De lichtblauwe container met stikker ‘vertrouwelijk papier’ is er getuige van. Op 17 mei start de PvdA-politica (43) als burgemeester van Voorschoten. Een afscheidsgesprek met een duidelijk opgeluchte bestuurder.

‘Ik kom uit een politieke familie. Oom Bram was Tweede Kamerlid, staatssecretaris en minister. Mijn vader was gemeenteraadslid in Voorburg en lid van Provinciale Staten. In de familie werd altijd over politiek gepraat. Er was ook ruimte voor. Ook al waren we het niet eens, ik ben daar wel mee opgegroeid.

Mijn vader ging drie, vier keer per jaar met ons naar de Dorrepaal (Daar woonden en werken nu nog steeds mensen met een beperking, red.). Hij vond dat wij er altijd moesten zijn voor mensen die hulp nodig hebben. Dat die mensen recht hadden op een plek in de samenleving. Dat je naar hen moet omkijken.

Op mijn zesde ben ik gaan volleyballen. Sport en bewegen vonden mijn ouders belangrijk. Sport vormt je en heeft me gemaakt tot de mens die ik nu ben. Je leert omgaan met tegenslagen. Dat je met een team meer kunt bereiken dan alleen. Dat een team zo sterk is als de zwakste schakel in zoverre dat je een collectieve verantwoordelijkheid hebt om die zwakste schakel op sleeptouw te nemen. Dat zijn heel mooie levenslessen.

Ik heb ook geleerd dat het asociaal is mensen thuis te laten zitten. Dat iedereen die de kans krijgt moet gaan werken. Ook mensen met een uitkering.

Ik ben in Voorburg geboren maar mijn familie komt uit Winterswijk, in de Achterhoek. We spreken het dialect van daar. Dat is ook een eigen taal; Nedersaksisch. We gaan er een paar keer per jaar heen. Dan hebben we een vast rondje. Langs onze oude slager en het tentje waar we altijd patat aten. Ik zal mijn afkomst nooit verloochenen. Mijn vader was een politieagent, mijn moeder kapster. Ik kom uit een hardwerkende arbeidsfamilie.

Ik was begin 20 toen ik de politiek in rolde. Ik studeerde in Leiden maar woonde thuis. Mijn vader zei ‘ga eens naar een ledenvergadering van de PvdA’. Ik vroeg ‘is dat leuk?’ en hij zei ‘ja’. Ik werd lid en ben gegaan. Gregor Rensen, toen gemeenteraadslid, kwam meteen bij me zitten. Dankzij hem werd ik fractievolgster en fractiesecretaris. Hij was mijn mentor.

In november 2001 waren er vervroegde gemeenteraadsverkiezingen vanwege de fusie tussen Leidschendam en Voorburg. Gregor zei ‘Ik ga je kandidaat stellen’. Ik kreeg plek vijf op de lijst. We haalden dankzij een restzetel vijf zetels. Ik had eerst niets door. We stonden in de oude, bomvolle raadszaal van Voorburg, ergens tegen de muur. Mijn ouders waren er ook bij. Mijn vader zei ineens: ‘Mooi, je zit erin. Gefeliciteerd. Nu gaan we naar hus’. Heel nuchter maar hij was wel zo trots als een pauw.

Vanaf dag 1 heb ik geprobeerd het verschil te maken in het leven van mensen. Dat kun je in de lokale politiek. Dat heb ik met vallen en opstaan geprobeerd. Ik heb hele leuk jaren in de gemeenteraad gehad. Ongelofelijk veel gelachen. In mijn eerste twee termijnen (2002-2010, red.) trokken de raadsleden samen op. Als er verschillen overbrugd moesten worden kwamen we op zaterdagochtend samen.

We hebben met de PvdA altijd in de coalitie gezeten. Alleen tussen maart 2014 en februari 2015 niet (coalitie GBLV, VVD, D66, red.). In 2014 gingen we van vijf naar drie raadszetels. Ik was toen nummer 3 op de lijst. Vanaf februari 2015 tot nu toe ben ik wethouder geweest (destijds werd de VVD in de coalitie vervangen door PvdA en GroenLinks, red.).

Ik heb samen met B&W, de gemeenteraad en de ambtenaren wel het een en ander van mijn idealen kunnen realiseren. En dan zit het vaak niet eens in de grote dingen. Denk aan het beweegprogramma voor ex-kankerpatiënten. Is daar een wethouder voor nodig? Nee, maar wel om het op de agenda te krijgen. Voor die mensen is bewegen mentaal en fysiek heel erg goed. En het loopt nu.

De lichtjesavond op de Oosterbegraafplaats is ook zo’n voorbeeld. Het is gewoon heel mooi dat mensen hun verdriet kunnen delen maar in een ontspannen en fijne sfeer. Sommigen blijven er uren.

In 2016 hebben we het programma opgezet om mensen met een beperking weer aan het werk te krijgen. De ombouw van het sociale werkbedrijf DSW naar de Binnenbaan, daar ben ik trots op. Het lokale sportakkoord uit februari 2020 waar de sportverenigingen erg veel werk voor hebben verricht. Daar ben ik dankbaar voor.

Tsja, en wat is er niet goed gegaan? Een doorn in mijn oog is het feit dat de armoede onder kinderen hier hoger ligt dan het landelijk gemiddelde. Ik wilde het onder de 10 procent krijgen. Dat is niet gelukt. Vreselijk. Door corona komen er ook weer meer inwoners in de bijstand. En is er dus geen geld meer voor allerlei zaken die de kinderen ten goede komen.

Iets anders is de participatie. Er zit een spanning tussen inhoudelijke beleidsdoelen en de participatie. Inwoners moeten kunnen meepraten maar de mogelijkheden om hun wensen te realiseren zijn niet onbeperkt, ook vanwege de financiën. Dat is steeds weer balanceren en lessen leren.

Ik heb naar eer en geweten alles goed willen doen. En dat is niet altijd gelukt. We waren heel goed op weg om mensen zonder werk weer aan een baan te helpen. Toen kwam corona en beseften we dat alle werk voor niets was geweest. Dat was een hard gelach. Maar na een week hebben we de schouders er weer onder gezet. We moesten de samenleving overeind houden.

We gingen van 80 TOZO-aanvragen (tijdelijke steun zelfstandige ondernemers, red.) per jaar, die handmatig werden verwerkt, ineens naar 2700. Dat moest dus digitaal. Toen hebben we als organisatie het onmogelijke gefixt. En het liep als een tierelier. Tegelijk heeft corona daardoor ook iets positiefs opgeleverd. We gaan ook andere processen in het sociaal domein digitaal doen. Dat wordt dit najaar bekend gemaakt. De dienstverlening wordt anders maar niet slechter.

Vorig jaar ontstond door corona ruimte tot nadenken. Ik had al besloten geen derde termijn als wethouder meer te willen. Dan is de kracht weg en wordt het tijd voor iets anders. Je bent tenslotte een passant. Dus ben ik op zoek gegaan naar iets anders. Ik heb daar ook met mensen over gesproken. Ik wilde dolgraag in het lokale openbaar bestuur actief blijven omdat je daar het verschil kunt maken in het leven van mensen.

Het ambt van burgemeester is waanzinnig mooi. Maar ik weet hoe moeilijk het is dat te worden. Ik heb tenslotte bij het kabinet van de commissaris der koningin in Zuid-Holland gewerkt. Ik stelde wel als randvoorwaarde dat het moest gaan om een gemeente die bij mij paste. Waar ik me senang zou voelen. Waar opgaven lagen waar ik iets mee kon.

Ik ken Voorschoten goed als regiogemeente. Ik hou van een dorp met een historische kern en gezelligheid. Ik ben tenslotte een boerenmeisje. Voorschoten is gewoon een hele leuke gemeente.

Dus heb ik gesolliciteerd. Maar een handjevol mensen wisten ervan. Het was een hele bewuste keuze. Ik had ook geen andere sollicitaties lopen. Ik hoopte dat ik het zou worden maar ik had het niet gedacht. Op maandag 22 maart werd het bekend. Dat was best een hele emotionele avond. Echt heel gaaf dat ik het geworden ben. Die avond had ik tussendoor 20 minuten tijd om mijn naasten te informeren. De familie wist van niets. De eerste die ik belde was ome Bram. Die was er helemaal stil van’.

Een commentaar op politieke verwikkelingen in Leidschendam-Voorburg is Nadine Stemerdink niet te ontlokken. Zo zwijgt ze ook over de coalitievorming in 2018 toen haar PvdA vanuit het bondgenootschap met GBLV, D66 en GroenLinks overstapte naar VVD, CDA en ChristenUnie-SGP.

Nadine Stemerdink wil, geheel conform haar karakter, ‘een positief verhaal’ uitdragen. Naar de toekomst kijken en het boegbeeld worden waar de gemeenteraad in Voorschoten bij de nieuwe burgemeester naar zocht. Duidelijk is al wel dat zij ook daar niet tot haar pensioen blijft zitten. Twee termijnen van zes jaar acht Nadine Stemerdink voldoende, waarbij een tussentijds vertrek in de tweede termijn niet uitgesloten moet worden.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter