Netwerkbeheerder Stedin heeft de aandeelhouders, waaronder Leidschendam-Voorburg, gevraagd om voor 200 miljoen euro extra aandelen te kopen. Voor een aandeel met een waarde van 100 euro moet 480,69 euro worden betaald.

Leidschendam-Voorburg heeft nu een belang van 3,44 procent in Stedin. Bij aankoop van de nieuwe aandelen moet de gemeente minimaal dat percentage kopen. Meer mag, minder niet.

Stedin heeft het geld nodig om te kunnen investeren in het netwerk met het oog op de energie omwenteling. Het netwerk moet worden uitgebreid, verzwaard en ‘slimmer’ gemaakt worden. Tot 2030 vergt dit een investering van 7 miljard euro. Stedin heeft dat geld niet.

Verantwoordelijk wethouder Jan-Willem Rouwendal wil de gemeenteraad uiterlijk op 13 mei een voorstel doen. Op 8 juni moet de raad dan beslissen aangezien de aandeelhoudersvergadering bij Stedin op 25 juni de knoop moet doorhakken. Stedin zelf wil gemeenteraadsleden op drie bijeenkomsten nadere uitleg geven.

Stedin zelf bespaart 180 miljoen euro per jaar. Daarnaast worden geplande investeringen ter waarde van 0,5 miljard euro uitgesteld. Toch is het extra geld nodig, ook al omdat Stedin de lasten van extra investeringen in het netwerk pas na jaren en gefaseerd bij de klanten in rekening kan brengen. Stedin belooft een rendement van 3 procent per jaar op de nieuwe aandelen.

De hele zaak gaat niet door als de nieuwe aandelen minder dan 180 miljoen euro opleveren. De AHC, commissie van aandeelhouders, heeft de gemeenten positief geadviseerd over de aankoop van nieuwe aandelen.

Stedin haalde in 2020 een omzet van 1,2 miljard euro. Het bedrijfsresultaat voor belastingen was 129 miljoen euro. Netto bleef er 42 miljoen euro over. De onderneming investeerde ter waarde van 620 miljoen euro in 2020.