‘Jeugdzorg is helaas niet in de beste handen bij gemeenteraadsleden’. Dat stelt gemeenteraadslid Kees Verschoor (ChristenUnie-SGP) in een zogenoemde Raadsflits. Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor die zorg. De rijksoverheid droeg die taak toen aan hen over, inclusief een bezuiniging op de geldmiddelen. Leidschendam-Voorburg legt jaarlijks miljoenen euro’s toe op de jeugdzorg.

Volgens Verschoor is de hele operatie ‘bewonderenswaardig goed uitgevoerd door onze gemeenteambtenaren. De forse bezuiniging die erin mee kwam, bleek echter niet gerealiseerd te kunnen worden door gemeenten. Miljoenen moesten erbij. Misschien leerden we de moeilijkheid van lokaal ‘nee’ zeggen tegen lichtere zorg voor kinderen voor wie de lat te hoog gelegd wordt’.

‘Een lappendeken van krapte veroorzaakte overal wachttijden voor kinderen met de ingewikkeldste problematiek. Daarop droeg minister Hugo de Jonge de gemeenten op in regioverband beleidsstukken (regiovisies, red.) te schrijven die aantonen dat het jeugdhulpaanbod dekkend is’.

‘De gemeenteraad dacht goed bedoelend een rol ter verbetering te zien en nam bijna unaniem een motie aan voor lokale kostenbeheersing. Tegen de wens van de enige die het dossier doorgrondt: de wethouder. De gezamenlijkheid werd gevierd. GBLV repte alvast van een ‘nieuwe lente’. Maar in werkelijkheid maken we het ongewild met lokale kostenbeheersing en administratieregels steeds onaantrekkelijker om de ingewikkeldste gevallen jeugdhulp te bieden in onze gemeente’.

Al eerder pleitte Verschoor ervoor de hele operatie uit 2015 weer terug te draaien en de jeugdzorg weer een zaak van de rijksoverheid te maken. Alleen dan kan in het hele land hetzelfde zorgregime gaan gelden.