Zo, het hoge woord is er uit. Onze burgemeester heeft niets met jongeren. En zeker niet als ze een beetje lastig zijn. Dat wil kennelijk wel eens gebeuren aan de oevers van de Vliet. U weet wel, die vroegere Romeinse stroom, die tegenwoordig alleen voor de de pleziervaart interessant is. En natuurlijk voor alle kapitaalkrachtigen die aan de oevers wonen. Het zijn niet geheel toevallig juist ook die mensen die klagen.

Als jongere is er in Leidschendam-Voorburg eigenlijk niets voor je te beleven. De burgemeester verwijst naar het skatepark, nabij de Sijtwende tunnel, als ideale hangplek voor de jeugd van nu. Ga daar maar eens met een paar honderd man naartoe als het mooi weer is. Dan wil je toch dollen met je vrienden en vriendinnen en vervolgens wat afkoelen in het water? Daarvoor is in onze gemeente – na de sluiting van de buitenbaden –  één ideale plek: de Vliet.

Veel te gevaarlijk om te zwemmen oordeelt de burgemeester. Daar gaan we hard tegen optreden. De kopman van het gemeentebestuur noemt de frequente inzet van Boa’s en politie. En we gaan struiken planten, zodat de kinders niet meer met hun bibs in het gras kunnen zitten.

Eén man heeft het relaas van meneer Tigelaar met gejuich ontvangen. Dat is de oudste man van de raad, inderdaad de hoogbejaarde grijsaard die is overgelopen van de VVD naar GBLV.  Gravend in zijn geheugen kwam hij tot de oplossing: We jagen de jongeren weg met borden en prikkeldraad. Ja hoor, meneer Brans. Zeker pas geleden zelf ook naar de Vlietoever verhuisd?

Voor de jongeren in deze gemeente hebben we maar één advies: Kies – of laat anderen – volgend jaar kiezen voor een gemeenteraad met gevoel voor de jeugd. En noem onze burgemeester nooit burgervader. Die laatste heeft zijn kinderen immers lief!