De kerkklok van de Sint Martinuskerk aan het Oosteinde in Voorburg verspreidt veel meer geluid dan wettelijk is toegestaan. De normen worden met 4 (overdag) tot 16 (‘s nachts) decibel (eenheid van geluid) overschreden.

Dat blijkt uit metingen die de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) bij het kerkgebouw heeft gedaan op 16 en 17 december 2020 alsmede op 3 mei 2021. Overdag mag de klok 70 decibel voortbrengen. Dat was 74. ‘s Avonds mag het maximaal 65 decibel zijn. Dat was 71 (december) tot 74 (mei). ‘s Nachts is 60 decibel toegestaan. Dat was 76 (december) respectievelijk 74 (mei).

Een en ander staat in een brief van ODH aan het kerkbestuur van 15 juli 2021. Daarin kondigt ODH aan handhavend te gaan optreden door oplegging van een dwangsom van 1000 euro per dag, met een maximum van in totaal 5000 euro, ingaande 29 juli, als het kerkbestuur het klokgeluid niet afdoende dempt.

ODH heeft het kerkbestuur schriftelijk op 3 februari een waarschuwing gezonden met een maning iets aan het geluid van de kerkklok te doen. Het kerkbestuur deed dat echter niet, zo constateert ODH. De dienst wijst er verder op dat het kerkbestuur sinds april 2020 wist van klachten over het geluid van de klok. In eerste instantie werden toen maatregelen genomen, die later echter weer werden teruggedraaid.

Het kerkbestuur heeft, zo blijkt uit het ODH-schrijven, op 15 maart 2021, 25 juni 2021 en 6 juli 2021 schriftelijk gereageerd. Daarin werd onder andere om een gesprek met B&W (geen reactie) en uitstel van het indienen van een zienswijze (afgewezen) gevraagd.

Volgens het kerkbestuur is het geluidonderzoek van ODH ‘ondeugdelijk’ en is er geen sprake van overtreding van het zogenoemde ‘activiteitenbesluit’ aangezien de kerk geen ‘inrichting’ is. Handhaving noemt het kerkbestuur ‘buiten proportioneel’ aangezien de klok al meer dan 125 jaar luidt en de gemeente er nooit tegen is opgetreden. Dat dat nu wel gebeurt druist in tegen het ‘vertrouwensbeginsel’, aldus het kerkbestuur.

Dat een aanpassing van het geluidniveau in 2020 werd teruggedraaid schrijft het kerkbestuur toe aan de ‘overstelpende’ hoeveelheid verzoeken (ongeveer 500) om het klokgeluid niet te dempen.

ODH stelt dat het geluidonderzoek conform de wettelijke normen is uitgevoerd. De kerk is wel degelijk een inrichting, onder andere door de stookinstallatie in de kelder. En de toren is onderdeel van de kerk, aldus ODH. In het activiteitenbesluit staat dat nabijgelegen bestemmingen zoals woningen beschermd moeten worden tegen geluidoverlast.

ODH geeft aan dat men de wet moet handhaven. Dat het kerkbestuur veel steun uit de gemeenschap kreeg om het dempen van de klok weer ongedaan te maken, is volgens ODH geen reden af te zien van handhaving.

Volgens ODH weegt het belang van omwonenden zwaarder dan het belang van het kerkbestuur bij het afzien van handhaving. ODH wijst er verder op dat het luiden van de klok als oproep voor de mis, bij een huwelijk of begrafenis buiten de handhaving valt. Verder stelt de dienst dat er al een correctie van 3 decibel is toegepast bij de geluidmeting en dat de frequentie van het geluid per etmaal ‘hoog’ is.

Het kerkbestuur kan nog wel bezwaar maken tegen het besluit van ODH.