De gemeente is niet meer van plan om de openbare ruimte overal te verlichten. Dat blijkt uit het Beleidsplan openbare verlichting 2021-2025 dat wethouder Jan Willem Rouwendal aan de gemeenteraad heeft gezonden.

Letterlijk staat daar in: ‘De gemeente hanteert het principe verlichten waar nodig, donker waar mogelijk vanwege kosten en milieuaspecten. Parken worden niet verlicht behalve op punten waar dit voor de oriëntatie noodzakelijk is. Achterpaden vormen semipublieke ruimte en worden door de gemeente niet verlicht maar het staat woningbouwcorporaties en particulieren vrij hier zelf te verlichten’.

Het plan behandelt de overschakeling bij straatverlichting naar LED-lampen. Daarvoor is per jaar 436.000 euro beschikbaar. In 2030 moeten alle 12.277 straatlampen, LED-lamp zijn. Op dit moment is 30 procent van de lampen een LED-lamp.

Volgens de wethouder betekent het gebruik van LED-lampen een besparing op energiekosten, een lagere CO2-uitstoot, minder onderhoud en een langere levensduur. Met de LED-lampen die er nu al zijn is sinds 2013 bijna 28 procent energie bespaard. In 2030 moet dat 50 procent zijn.

Bij de vervanging van bestaande lampen door LED-lampen zal ook 5,8 procent van de lantaarnpalen en 10,8 procent van de armaturen vervangen moeten worden omdat die versleten zijn (technisch ‘op’).