De gemeenteraadsverkiezing van maart 2022 nadert. En dan hebben alle politieke partijen ineens ‘scoringsdriften’. Woningbouw is dan een mooi onderwerp.

Dinsdagavond nam de gemeenteraad een voorstel van D66 aan waarin B&W worden ‘opgeroepen’ bij nieuwbouwprojecten geen woningen meer te laten bouwen die duurder zijn dan 600.000 euro. Alleen de VVD was tegen.

Klinkt geweldig: geen dure woningen meer. Of, zoals de indiener, D66-gemeenteraadslid Peter van Dolen het formuleerde: ‘Onze gemeente hoeft geen Wassenaar aan de Vliet te worden’.

Te worden? Grote delen van de gemeente bestaan al uit dure tot zeer dure woningen. En de liggende, door de gemeenteraad zelf goedgekeurde bouwplannen, brengen daar geen verandering in. In tegendeel.

Nu is het zo dat B&W een motie niet hoeven uit te voeren. Het is geen dwingende uitspraak. Bovendien bevat Van Dolens motie alleen een oproep. Ook dat is vrijblijvend.

Verantwoordelijk wethouder Floor Kist (GroenLinks) liet de gemeenteraad eerder al zijn twijfels over de motie blijken. Zo wees hij erop dat de geformuleerde wens alleen realiteit kan worden na wijziging van het desbetreffende bestemmingsplan.

Verder vroeg de bestuurder zich af of het technisch wel mogelijk is te doen wat de motie vraagt. En of het dan zou moeten gaan om alle bouwplannen of juist een heel beperkt aantal. Hij liet weten en en ander te willen gaan uitzoeken om in februari dan met een stuk naar de gemeenteraad te komen. Alsdan zou de discussie hervat kunnen worden.

Zoals gezegd, in maart is de gemeenteraadsverkiezing dus het wordt een zaak van het volgende college van B&W. Die mag een en ander gaan uitwerken, mogelijk met wijzigingen van bestemmingsplannen. Maar dat is een procedure van jaren.

Maar dan nog: wat is 600.000 euro? Op welk moment wordt dat bepaald? Als de projectontwikkelaar zijn plan indient? Als de woningen op de markt komen? Als ze verkocht zijn?

En wat te doen met kostenstijgingen voor materialen en arbeidskrachten? Met inflatie? Rentelasten? Oplopende gemeentelijke leges en heffingen? Mag dat alles bij de 600.000 euro opgeteld worden of juist niet?

Hoe zit het dan met het door een overheid (de gemeente) bewust beperken de vrije marktwerking? Het beperken van de concurrentie? Zal de grens van 600.000 euro niet zo gaan werken dat er minder woningen gebouwd worden in de gemeente? Ook goedkopere aangezien bouwprojecten veelal ‘gefinancierd’ worden door een klein duur aandeel.

Daarnaast kost de motie de gemeente inkomsten aan onder andere WOZ-belasting terwijl de middenstand kapitaalkrachtige bewoners de deur voorbij ziet gaan.

Bedenkingen genoeg. VVD-gemeenteraadslid Gerco van der Wal noemde de motie al ‘onuitvoerbaar’. Wethouder Kist ging zo ver nog niet maar schoof het probleem met de door hem gekozen aanpak wel op het bordje van zijn opvolger. Dat kon hij ook makkelijk doen want in de motie staat geen termijn genoemd waarop een en ander geregeld zou moeten zijn.

Hoe dan ook: wie dacht dat er nu plots een einde kwam aan de bouw van dure woningen in de gemeente komt bedrogen uit. Net als de ouderen, jongeren en mensen met lagere inkomens die de idee hadden dat er nu meer woningen voor hen beschikbaar kwamen. Dromen die niet uitkomen.

P.S. de grens van 600.000 euro geldt niet voor bouwprojecten van minder dan 10 woningen of bij de bouw van losstaande woningen (op eigen grond).

Het komt dus eigenlijk allemaal neer op mooi weer spelen.