Nieuws
HTM wil helderheid van kabinet
HTM en de collega’s in Amsterdam (GVB) en Rotterdam (RET) willen helderheid van het kabinet over de financiële steun die zij de komende jaren kunnen verwachten. Uit een studie van het Kennisinstituut mobiliteit is gebleken dat de uitkering van het rijk, de zogenoemde Brede doeluitkering (BDU) tussen 2008 en 2021 met 15% is gedaald. Terwijl er steeds meer van de vervoerders wordt gevraagd.
‘Als stadsvervoerders, GVB, RET en HTM, krijgen wij van onze opdrachtgevers uit de BDU geld voor beheer, onderhoud, exploitatie en uitbreiding. Terwijl die vergoeding tussen 2008 en 2021 daalde, zijn ons areaal en reizigersaantallen met tientallen procenten toegenomen, wat grote druk zet op onze bedrijven en de ambitie om het openbaar vervoer in grootstedelijk gebied een impuls te geven. Daarnaast is er nog geen regeling voor de coronasteun na september 2022. Er zijn zowel over de BDU als de coronasteun op korte termijn afspraken nodig om duidelijkheid te kunnen bieden over onze dienstregeling na september’.
‘Het nieuwe kabinet is van plan om de zogenaamde BDU-uitkering die via de vervoerregio’s naar de stadsvervoerders vloeit, te verhogen. Want ook in Den Haag is bekend dat wij als stadsvervoerders steeds minder middelen kregen terwijl we wel hard groeiden – en dat hieraan gezien de OV-ambities van Rijk en regio iets gedaan moet worden. Omdat de uitwerking en precieze bedragen van de BDU-verhoging nog niet bekend zijn, gaan wij als stadsvervoerders spoedig met onze opdrachtgevers en de staatssecretaris in gesprek over de invulling’.
‘Daarnaast loopt in september 2022 de beschikbaarheidsvergoeding, de huidige coronasteunregeling, af. Het is van belang om ruim voor september helder te hebben over welke middelen wij kunnen beschikken en wat dat betekent voor onze reizigers. Hoe eerder we daarover duidelijkheid hebben, hoe beter, want het opstellen van een dienstregeling en het plannen van alle inzet (menskracht, voertuigen, onderhoud) die daarbij komt kijken, vraagt tijd. Duidelijke afspraken zijn niet alleen nodig voor de continuïteit van GVB, RET en HTM na september, maar ook voor de komende jaren’.
Het aantal reizigerskilometers van GVB, HTM en RET groeide tussen 2010 en 2019 met meer dan 25%, met sterke uitschieters op de populairste trajecten. In Amsterdam nam het aantal ritten alleen al in 2019 met 6,8% toe. En op de RandstadRail-lijnen is het aantal reizigers in ruim een decennium verveelvoudigd. De E-lijn tussen Rotterdam en Den Haag groeide van 6.000 reizigers naar 45.000; tram 3 en 4 tussen Den Haag en Zoetermeer van 17.000 naar ruim 80.000.
