Nieuws
Gemeente op nominatie Bijvriendelijkste gemeente 2022

De gemeente Leidschendam-Voorburg staat op de nominatie om op 11 maart aangewezen te worden tot de Bijvriendelijkste Gemeente van Nederland. Concurrenten zijn Arnhem, Gemert-Bakel, Hoogeveen, Maastricht, Nijmegen en Papendrecht. De verkiezing wordt georganiseerd door Nederland Zoemt. De gemeenten zetten zich bijzonder in om van hun gemeente een veilige en voedselrijke thuishaven te maken voor wilde bijen.

In Nederland zoemen 358 soorten wilde bijen, maar de helft van alle soorten is bedreigd. Ze hebben enorm te lijden van de intensieve landbouwmethoden, bestrijdingsmiddelen, verstening en ons ‘traditioneel’ groenbeheer. Dat heeft grote gevolgen voor de natuur én voor de mens. Zo’n tachtig procent van ons groenten, fruit en andere eetbare gewassen is namelijk afhankelijk van bijen.

De zeven genomineerde gemeentes zetten een stapje extra voor de wilde bij. Zo zijn er zaaiprojecten met scholen, worden bijentuinen en bijenhotspots ingericht in buurten en op schoolpleinen, is het maaibeheer veranderd en zijn steeds meer bermen bijvriendelijk.

Een bijvriendelijke gemeente voldoet aan de criteria voor bijvriendelijk beheer, door onder andere te zorgen voor jaarrond bloeiende planten, bijvriendelijk bermbeheer en nestgelegenheid voor wilde bijen. De gemeente neemt haar inwoners hierin mee en legt uit wat mensen zelf kunnen doen om de leefomstandigheden van wilde bijen te verbeteren. Zo geeft de ene gemeente haar inwoners bijvriendelijke bloemzaden cadeau, en krijgen inwoners in de andere gemeente via de wijkbeheerder meer informatie over ontstening. In alle gemeentes worden medewerkers geschoold in bijvriendelijk beheer, er worden vaste planten en bomen geplant die goed zijn voor wilde bijen en bermen en weides worden pas laat in het jaar gemaaid.

Er is nog meer goed nieuws over de bijen. Zes jaar geleden werden de eerste stappen gezet om een bloemen- en bijenrijk landschap te ontwikkelen in de Zuid-Hollandse regio rond Leiden, Zoetermeer en Alphen aan den Rijn. In 2015, 2018 en 2021 werd de bijenfauna onderzocht, zodat ontwikkelingen nu al zes jaar gevolgd worden. De bijenfauna blijkt zich op een meerderheid van de locaties verder ontwikkeld te hebben.

In 2015 bundelden vele partijen hun krachten om het Groene Cirkel Bijenlandschap te ontwikkelen: de provincie Zuid-Holland, diverse gemeenten en andere overheden, terreinbeheerders, bedrijven, boeren, kennisinstituten en vrijwilligersorganisaties. Overal in de regio rond Leiden, Zoetermeer en Alphen aan den Rijn schoten projecten uit de grond waarbij men bij inrichting en beheer rekening hield met wilde bijen. Natuurgebieden en stedelijk groen werden bloemrijker, er werd nestelgelegenheid aangelegd, bermen werden anders gemaaid en bedrijventerreinen anders ingericht. In korte tijd werd het Bijenlandschap een begrip in de regio en nog steeds sluiten nieuwe deelnemers zich aan.

Zes jaar geleden is op meer dan 40 locaties in het Bijenlandschap een nulmeting uitgevoerd van de aanwezige bijenfauna. Deze meting is in 2018 en 2021 op dezelfde plekken volgens dezelfde methode herhaald, zodat een beeld ontstaat van de veranderingen in de bijenfauna.

Al in de eerste drie jaar werd een toename in soortenrijkdom van 34 % vastgesteld. In 2021 bleek dat de totale soortenrijkdom in het gehele Bijenlandschap weliswaar niet verder is gestegen, maar wel dat op circa tweederde van de afzonderlijke locaties de soortenrijkdom verder is gegroeid. Ook het gemiddelde soortenaantal per locatie is opnieuw toegenomen.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter