Nieuws
Nieuwe blik op winkel- en centrumgebieden nodig

Er is een nieuwe blik op winkelcentra en centra van gemeenten nodig. Dat is gebleken uit het Koopstromenonderzoek (KSO) 2021 dat Gedeputeerde Staten (GS) van Zuid-Holland hebben laten uitvoeren. Er is veel meer aandacht nodig voor het ‘mixen’ van functies.

Detailhandel is nog steeds het belangrijkste bezoekmotief voor centra, ondanks dat in bepaalde gebieden het draagvlak voor en het gebruik van winkels afneemt, stellen GS. ‘Herontwikkeling en transformatie kan in sommige gevallen soelaas bieden als het functioneren van winkel- en centrumgebieden verslechterd en er wel een bruisend en kloppend stadshart gewenst is’.

‘Door het compacter maken van winkelgebieden en toevoegen van zaken als horeca, kunst/cultuur, ontspanning, dienstverlening en lokale ambachten, ontstaat betere synergie en combinatiebezoek. Hierdoor functioneren de voorzieningen als geheel beter dan de som der delen. Maar ook transformatie van winkels naar woningen in aanloopstraten biedt de mogelijkheid om gebieden enerzijds aantrekkelijk en levendig te houden en anderzijds bij te dragen aan de woningbouwopgave’.

‘Het is daarbij van belang om een juiste balans te vinden tussen de verschillende functies zodat er een goed evenwicht en optimale afstemming ontstaat tussen winkelen, efficiënt boodschappen doen en verblijven. Ook is het belangrijk om te blijven investeren in bestaande winkel- en centrumgebieden en plancapaciteit daarbuiten, die kan leiden tot negatieve ruimtelijke effecten op centra, zoveel als mogelijk te saneren of te voorkomen’.

De coronapandemie gevolgen heeft voor de kooporiëntaties en -overwegingen van consumenten en daarmee ook op het functioneren van de detailhandel en horeca. Er is een nieuwe realiteit ontstaan waarbij de toekomst minder goed voorspelbaar is. Het KSO 2021 laat ook zien dat corona impact heeft op het (ruimtelijk) koopgedrag van mensen.

Ontwikkelingen die in het verleden zijn ingezet, bijvoorbeeld op het gebied van online bestedingen, minder fysieke winkels en meer andere (consumentgerichte) functies in winkelgebieden zoals horeca, worden door corona versneld. De opmars van online winkelen en boodschappen doen zet zich voort. Veel consumenten, en vooral jongeren, geven aan dat dit online koopgedrag blijvend zou kunnen zijn.

Er wordt meer online besteed en minder recreatief gewinkeld. Met recreatief winkelen wordt bedoeld dat het plezierige uitje in bijvoorbeeld een binnenstad op zaterdagmiddag belangrijker is dan uiteindelijk een aankoop doen.

In de afgelopen jaren nam het aantal winkels aanzienlijk af, vooral in de niet-dagelijkse en recreatieve sector. De grotere winkelgebieden veranderen steeds meer in centrumgebieden met minder winkels en een grotere aanwezigheid van andere (consumentgerichte) functies. In zijn algemeenheid veranderen ook de middelgrote centra. De recreatieve detailhandelssector trekt zich hier eveneens steeds meer terug. Die plekken worden regelmatig opgevuld door dagelijkse detailhandel en wijkgerichte functies.

Door onder andere hogere bestedingen en bevolkingsgroei wordt er meer uitgegeven aan dagelijkse artikelen. Dit is op zich een goed teken voor de kleine centrumgebieden die zich meer richten op dagelijkse boodschappen. Doordat de stijging van de bestedingen in winkels minder sterk was dan online is het van belang dat deze gebieden blijven werken aan uitstraling en functionaliteit. De kooporiëntaties van consumenten op winkelgebieden voor dagelijkse artikelen neemt over het algemeen niet alleen af door toename van de online bestedingen maar ook door meer bezoeken aan solitaire supermarkten.

Consumenten zijn functioneler en doelgerichter gaan kopen. Dit betekent dat consumenten vooraf een koopdoel hebben en daarvoor naar een winkel gaan. Het doen van een aankoop is belangrijk en niet, zoals bij recreatief winkelen, het plezierige uitje.

Dat de grootschalige locaties op dit moment goed functioneren, wil niet per definitie zeggen dat dit in de toekomst ook zo zal zijn. Bestedingen in die sectoren zijn altijd conjunctuurgevoelig en nu positief onder invloed van de gevolgen van corona. De onderzoekers stellen dat grootschalige locaties complementair zijn aan binnensteden en niet die rol over zouden moeten nemen.

Verruiming van vestigingsmogelijkheden voor andere branches kan negatief uitpakken en een wissel trekken op reguliere winkelgebieden. Het gevolg van dit alles is dat het functioneren van bepaalde winkel- en centrumgebieden (verder) onder druk is komen te staan met daarmee een dreigende afnemende vitaliteit en aantrekkelijkheid tot gevolg.

 

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter