De Mall zorgt ervoor dat de consument elders minder besteedt. De ‘toevloeiing’ van bestedingen beliep vorig jaar bij de dagelijkse boodschappen 17,5 procent, bij doelgerichte aankopen 35 procent en bij recreatief winkelen 60 procent. De hogere omzetten bij de Mall hadden een ‘behoorlijke’ impact op winkelgebieden in de omgeving. Met name in Den Haag, Zoetermeer en Rijswijk.

Dat staat in het Koopstromenonderzoek 2021 dat in opdracht van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland is gedaan. Het marktaandeel in bestedingen door de consument in Zuid-Holland nam wat betreft Leidschendam-Voorburg in 2021 toe met 2,5 procent bij dagelijkse boodschappen en 4 procent bij recreatief winkelen. Dit alles door opening van de Mall.

Als enig winkelgebied in Zuid-Holland zag Leidschendam het aantal vierkante meters winkels en horeca tussen 2016 en 2021 fors stijgen: bij dagelijkse boodschappen 90 procent, recreatief winkelen 75 procent, horeca 105 procent. De leegstand daalde tegelijk met 40 procent.

Ondanks lockdowns wegens de coronapandemie trok de Mall vorig jaar 13 miljoen bezoekers volgens eigenaar URW. Dat was veel meer dan waarop men gerekend had. De toestroom leidde veelvuldig tot verkeersproblemen in de omgeving. Begin dit jaar stemde de gemeenteraad in met een voorstel van B&W om 1,8 miljoen euro uit te trekken voor maatregelen die de verkeersproblemen moeten verminderen.