HTM snijdt in de zomerdienstregeling. Aanleiding is een personeelstekort. Dat heeft de vervoerder de MRDH, concessieverlener openbaar vervoer, laten weten. RandstadRail 3 en 4 gaan overdag 5 ritten per uur rijden in plaats van 6. In de spits worden de zes ritten wel gehandhaafd. Op zaterdagen gaan 3 en 4 vier ritten per uur rijden (nu zes). Tram 9 gaat op zondagen naar 10 ritten per uur.
Bus 20 gaat in de spits 4 keer per uur rijden. Datzelfde geldt ook voor bus 23. Op zaterdag en zondag gaat de frequentie van bus 20 naar 3 keer per uur. Datzelfde geldt voor bus 28.
Na de zomer wil HTM op lijn 16 met Avenio-trams gaan rijden. Dat heeft ook gevolgen voor de frequentie waarmee trams 15 en 17 rijden. Tram 16 gaat minder rijden: 6x per uur in de spits, 5x per uur in daluren, 3x per uur in de avond. Op zaterdag 5x per uur. Trams 15 en 17 gaat meer rijden: 6x per uur in de spits en 5x per uur op zaterdagen.
De bezettingsgraad bij HTM is bij zowel bus als tram nu 76 procent in vergelijking met het niveau van 2019, voordat de coronapandemie uitbrak.
De vervoerder heeft inmiddels besloten het personeel met ingang van deze maand een loonsverhoging te geven van 3,1 procent. Dit als voorschot in afwachting van een nieuwe CAO. Het bedrijf reageert daarmee op de eis van de vakbonden FNV en CNV voor een loonsverhoging van 5 procent en de aankondiging dat HTM op 2 juni plat gaat nu de vervoerder die eis naast zich heeft neergelegd. De huidige CAO loopt tot 1 september.
HTM en vakbonden hebben een half jaar onderhandeld over een nieuwe CAO doch er werd geen overeenstemming bereikt. HTM: ‘Wij zijn de financiële gevolgen van de coronacrisis namelijk nog niet te boven en moeten er ernstig rekening mee houden dat wij vanuit de overheid geen beschikbaarheidsvergoeding van het rijk voor 2023 ontvangen. Ook hebben we geen enkele zekerheid dat ons reizigersniveau dan weer terug is op het niveau van 2019
‘Een akkoord is op korte termijn helaas niet te verwachten, ondanks de goede bedoelingen van alle partijen aan tafel. Tegelijkertijd willen wij onze ogen niet sluiten voor de gevolgen die de koopkrachtvermindering nu al voor onze medewerkers heeft. Wij willen daarom als werkgever ook nu al wat voor onze medewerkers kunnen betekenen’.
