De gebiedsofficier van justitie en de chef van de politie-eenheid Den Haag, waar ook de politie Leidschendam-Voorburg onder valt, zien vooralsnog niets in het uitrusten van bijzondere opsporingsambtenaren (boa’s) met een korte wapenstok. Dit omdat er geen gegevens bekend zijn over geweldsincidenten met boa’s.

Dat blijkt uit een bericht van de Zoetermeerse burgemeester Michel Bezuijen aan zijn gemeenteraad. Onlangs besliste het kabinet dat boa’s een korte wapenstok mochten gaan dragen. En wel vanaf 1 juli. Volgens Bezuijen is dat echter niet zo eenvoudig te regelen.

Zo moet een gemeente bij de minister van justitie een aanvraag doen om boa’s met de korte wapenstok te mogen uitrusten. Voor die aanvraag dient er eerst een advies te liggen van de gebiedsofficier van justitie en de betrokken chef van de politie-eenheid. Bovendien moet de zogenoemde lokale driehoek – burgemeester, officier van justitie en politiebaas – een standpunt innemen. Dat hoeft echter niet unaniem te zijn.

De adviezen en het standpunt van de driehoek moeten met de aanvraag naar de minister gezonden worden. Die beslist dan over het verzoek.

Zoetermeer deed tussen februari 2021 en 2022 mee aan een proef waarbij 17 boa’s een korte wapenstok mochten dragen. Zij gebruikten die nooit. Twee maal werd ermee gedreigd, één keer werd de wapenstok getrokken doch niet gebruikt. Volgens B&W van Zoetermeer werkt de korte wapenstok preventief en de-escalerend. De boa’s voelen zich veiliger en beter in staat te reageren.

Boa’s worden ingezet bij overtredingen die de leefbaarheid en/of de veiligheid aantasten, bij overlast alsmede verloedering.