Nieuws
Aan- en afvoer, NAP en minst gepeilde diepte?

‘Laagste waterstand bereikt’, ‘Minst gepeilde diepte ooit gemeten’. Wat betekenen dit soort records nu eigenlijk? Cristel de Zwaan, adviseur Rivieren bij het Watermanagement Centrum Nederland (WMCN), legt uit wat de mensen van Rijkswaterstaat meten in de rivieren en wat ze met die informatie doen.

Het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN) is hét centrum voor kennis en informatie over het Nederlandse watersysteem. Cristel en haar collega’s houden het hele jaar door de rivieraanvoeren nauwlettend in de gaten. Vanuit de adviesgroep WMCN rivieren geven ze verwachtingen uit over de wateraanvoer door de Rijn en Maas.

Laten we bij het begin beginnen: wat is een ‘waterstand in NAP’, ‘minst gepeilde diepte’ en ‘aanvoer’ en ‘afvoer’ van een rivier?

De Zwaan: ,,Goede vraag! Het zijn namelijk verschillende dingen. De waterstand is de stand van het water ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil (NAP). De minst gepeilde diepte(externe link) (MGD) is een plek in de rivier waar de waterstand het laagst is, gemeten vanaf de bodem tot aan het wateroppervlak. De rivierbodem is namelijk niet overal even diep. Schippers gebruiken de MGD onder meer om te bepalen hoeveel vracht zij kunnen vervoeren zonder dat ze de rivierbodem raken. De mobiel verkeersleiders van Rijkswaterstaat meten dit en geven deze informatie door aan de scheepvaart.

Bij het WMCN Rivieren kijken we naar de aanvoer van de Maas en Rijn. De aan- of afvoer van een rivier is de hoeveelheid water die via de rivieren ons land binnenkomt. We meten dat in m3/s. Waarom we soms spreken van aanvoer, en soms van afvoer? Het is maar net hoe je het bekijkt: het komt vanuit het buitenland ons land binnen, dus kun je van ‘aanvoer’ spreken. Maar je kunt het ook zien als water dat naar de zee wordt afgevoerd, ‘afvoer’ dus. ‘Debiet’ is ook een term die we gebruiken voor de hoeveelheid water die door de rivieren stroomt. Deze 3 begrippen worden door elkaar gebruikt, maar zijn hetzelfde.”

Wat is nou het belangrijkste: de ‘waterstand in NAP’, ‘MGD’ of ‘aanvoer’?

,,Ze zijn allemaal belangrijk. De reden dat verschillende gegevens gedeeld worden, is omdat verschillende gebruikers van het water andere informatie nodig hebben. Zo zijn de waterstand en de minst gepeilde diepte voor de scheepvaart belangrijk. Waterbeheerders willen vooral weten hoeveel water er is. De waterstand zegt niet direct iets over de hoeveelheid water. Bij het WMCN rivieren kijken we daarom naar de aanvoer.

De waterstand zegt niet zoveel over de hoeveelheid water, omdat de waterstand afhangt van de vorm van de rivier. Hoe diep de bodem is, hoe breed de rivierbedding, etcetera. Het werkt eigenlijk niet anders dan dat je dezelfde hoeveelheid water in een lage brede pan of in een hoge smalle pan gooit. Dan is de waterstand in de hoge smalle pan hoger, maar in beide pannen zit dezelfde hoeveelheid water.

Belangrijk om te weten is dat de vorm van de rivier ook continu verandert door de jaren heen. Onder andere door erosie van de rivierbedding. Dus ook als de hoeveelheid water niet zou veranderen, heeft dat wel een effect op de waterstand.”

Wat betekent het als er verschillende waterrecords worden verbroken?

,,Je moet oppassen dat je geen appels met peren vergelijkt. Op zich zijn de rivieraanvoeren zelf wel met elkaar te vergelijken, maar de effecten ervan niet. We gaan nu inderdaad richting de laagste aanvoer bij Lobith ooit gemeten rond deze tijd van het jaar. Maar de laagste waterstand uit het verleden bereiken we nu met een grotere hoeveelheid water, omdat de vorm van de rivier anders is.

Het is ook belangrijk om metingen uit de zomer en winter niet met elkaar te vergelijken. Een watertekort ontstaat ook door de vraag naar water. In de zomer is die veel hoger, vanwege het groeiseizoen voor de landbouw en natuur en mensen gebruiken in de zomer meer water en er is meer verdamping.

Tegenwoordig gebruiken we ook meer water dan vroeger. Doordat de omstandigheden steeds verschillend zijn, kan je het ene droge jaar eigenlijk niet zomaar met het andere vergelijken. De impact van een bepaalde wateraanvoer in 2022 is totaal anders dan in 1976, of zelfs in 2018.”

Wat doet Rijkswaterstaat om beter met droogte om te gaan?

,,Het WMCN zorgt dat er een actueel beeld is van onze watervoorraad en de knelpunten. Daardoor weten we hoeveel water er nu te verdelen is. We meten 24/7, op verschillende plekken door het land, het hele jaar door en ontvangen ook gegevens uit het buitenland. Daarnaast kijken we 2 weken vooruit: hoeveel water kunnen we verwachten? Met die informatie kunnen waterbeheerders, zoals Rijkswaterstaat en waterschappen, op tijd passende maatregelen nemen.

De data die nu verzameld wordt, wordt ook gebruikt om te leren hoe we weerbaarder kunnen worden tegen droogte. Onder meer door het Deltaprogramma Zoetwater en de daaraan gekoppelde Klimaatbestendige Zoetwatervoorziening Hoofdwatersysteem). Aan het aanbod van water kunnen we niet zoveel veranderen: we kunnen het immers niet laten regenen of sneeuwen. Maar we grijpen elke andere kans aan om nog beter te worden in wat we doen.”

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter