Nieuws
Gedeputeerde luidt noodklok over openbaar vervoer

Bedrijven in het openbaar vervoer (OV) zijn genoodzaakt te snijden in de dienstregeling. Het inkrimpen van de dienstregeling is te verkiezen boven plotselinge rituitval. Dat schrijft Gedeputeerde Frederik Steenbergen aan Provinciale Staten.

‘Openbaar vervoer heeft op dit moment te maken met diverse ontwikkelingen die een reguliere uitvoering van de dienstregeling moeilijk maken. Allereerst zijn nog lang niet alle reizigers van 2019 teruggekeerd, waardoor OV-bedrijven inkomsten mislopen; het aantal reizigers is op dit moment tussen de 80% tot 92% op het niveau van 2019. Het Rijk vergoedt met de beschikbaarheidsvergoeding (BVOV) niet tot het oorspronkelijke OV-aanbod.

Hiernaast hebben OV-bedrijven te maken met een personeelstekort. Dit wordt veroorzaakt door een hoog ziekteverzuim en een beperkte instroom van nieuw personeel door krapte op de arbeidsmarkt. Het hoge ziekteverzuim is verklaarbaar doordat personeel bij klachten nog steeds geadviseerd wordt meer thuis te blijven dan voor corona.

Ook is het personeelsbestand in de afgelopen jaren met weinig nieuwe (jonge) medewerkers aangevuld, waardoor het meer is vergrijsd. Dit komt doordat het OV als gevolg van de beschikbaarheidsvergoeding van het Rijk verplicht is afgeschaald. Hierdoor is sprake geweest van een personeelsstop.

Het personeelstekort is op veel meer plaatsen zichtbaar dan alleen in de provinciale OV-concessies. Zo heeft ook NS hiermee te maken, waardoor zij gedwongen wordt volgend jaar de dienstregeling in te perken met circa 10% ten opzichte van de dienstregeling van 2022. Ook in andere sectoren is de krapte goed merkbaar, zoals het onderwijs, zorg, de bouw en in de horeca.

Door het personeelstekort zijn OV-bedrijven genoodzaakt in de dienstregeling te snijden. Het alternatief zou zijn dat diensten ongepland structureel uitvallen. Omdat reizigers zeer hechten aan een betrouwbaar product is weloverwogen inkrimpen van de dienstregeling te verkiezen boven ongeplande rituitval.

Tot nu toe is het OV tijdens corona voor een groot deel in stand gehouden door de beschikbaarheidsvergoeding van het Rijk (BVOV) en doorbetaling van onze exploitatiesubsidies aan de vervoerders. De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft aangegeven de BVOV voor 2023 niet langer ter beschikking te willen stellen.

De staatssecretaris stelt voor volgend jaar eenmalig een versoberde regeling ter beschikking in de vorm van een transitievergoeding. Hierbij betaalt het Rijk slechts 2/3 deel van eventuele verliezen in de concessies, in plaats van alle verliezen zoals bij de huidige BVOV nog het geval is. Deze opstelling betekent dat als het voorzieningenniveau op peil moet blijven, dat de provincie met de vervoerders garant moeten staan voor het andere 1/3 deel. Op dit moment voer ik gesprekken met onze vervoerders wat deze nieuwe situatie betekent voor de dienstuitvoering. Mijn uitgangspunt is en blijft dat de reiziger een zo aantrekkelijk en betrouwbaar mogelijk product krijgt, waardoor de reizigers zo snel mogelijk weer het OV gaan gebruiken’.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter