Mening
Blog: Sluit Voorburgse musea

Voorburg kent sinds jaar en dag twee musea: Huygens Hofwijck en Swaensteyn. Het eerste is gewijd aan Constantijn en Christiaan Huygens. Het tweede aan prinses Marianne en het Romeinse verleden van Voorburg.

Ok, maar wat zegt dat, die specialisaties? Constantijn Huygens (1596–1687) was een dichter, diplomaat, geleerde, componist en architect. Zijn zoon Christiaan (1629-1695) was wis-, natuur- en sterrenkundige, uitvinder en schrijver. Hofwijck was een buitenplaats van de familie; de plek om te ontsnappen aan het hectische Haagse leven.

Prinses Marianne (1810-1883) was een dochter van koning Willem I en zijn nicht prinses Wilhelmina van Pruisen. Tussen 1845 en 1883 woonde ze met tussenpozen in Voorburg. En als het over de Romeinen gaat wordt gedoeld op Forum Hadriani, de Romeinse stad aan de oever van de huidige Vliet in Voorburg-West.

Spannend? Opwindend? Nee. Eerder voer voor ‘specialisten’; oudheidsfreaks die iets hebben met Huygens, Oranje, Romeinen. Beide musea trekken geen massa’s volk, in tegendeel. In 2021 – toegegeven coronajaar – kwamen er in Huygens Hofwijck 3382 bezoekers. In Swaensteyn 2250.

Huygens Hofwijck werkte vorig jaar met een begroting van nog geen 200.000 euro. Daarvan leverde de gemeente middels subsidies 146.900 euro. Afgezet tegen het aantal bezoekers: 43,45 euro per persoon. En dat bij een toegangsprijs voor volwassenen van zes euro.

Bij Swaensteyn beliep de begroting dik 300.000 euro. Daarvan droeg de gemeente via subsidies 276.851 euro. Omgerekend per bezoeker: 123,04 euro. Ook bij dit museum was de toegangsprijs zes euro voor een volwassene.

Wat leverden de musea voor die bedragen? Bij Huygens Hofwijck een wandelprogramma over de tuin, acht zomerconcerten/cabaretvoorstellingen, open monumentendag, museumnacht, nacht van de vluchteling, intocht van Sinterklaas, Spinoza op zolder (één maand), kerstmis.

Swaensteyn: zes tijdelijke tentoonstellingen. Frans Bleij (2 maanden, met speurtocht), Corona in LV (1 maand), Doutsen Ebbendorf (anderhalve maand), Metamorfose (met ArtiBrak 1 maand), ArtiBrak oeuvreprijs (1 maand), kerstmis (twee weken). Verder nog de nationale archeologiedagen, een les kerkarchitectuur, Romeinen workshop, mobiele kunstbrigade, open monumentendag, museumnacht, lezingen over Barend Brouwer, cursus kunstgeschiedenis.

Geen zaken waar een cultuurliefhebber van achterover valt plus een aantal vaste nummers zoals monumentendag en museumnacht. Feitelijk houdt de gemeente beide musea in leven. De kostprijs in de vorm van subsidie is echter veel te hoog afgezet tegen de ‘eigen bijdrage’ van de bezoekers.

Een verweer in de trend van ‘2021 was een coronajaar, dat mag je niet meetellen’ gaat niet op. In 2022 trekken beide musea ook maar enkele duizenden mensen. Dat men de krachten gebundeld heeft en een combikaart heeft ingevoerd voor 10 euro doet daar niets aan af.

Sterker nog: Huygens Hofwijck/Museum Swaensteyn schrapten een met veel bombarie aangekondigde tentoonstelling ‘Constantijn Huygens, Een leven in brieven’. En er kwam niets voor in de plaats waardoor bezoekers werden gelokt.

Al jaren klaagt de top van beide musea dat men eigenlijk niets kan. De eigen ambities kunnen niet waargemaakt worden omdat de panden niet deugen. Er is te weinig ruimte, ze zijn bouwvallig, er wordt niet geïnvesteerd door de gemeente, er kan dus niets ‘groots’ organiseerd worden, bezoekers blijven dus weg.

Het resultaat: ‘we’ moeten een nieuwe moderne locatie krijgen. Uitverkoren plek: Huize Swaensteyn, zetel van de gemeenteraad. Die moet daar weg. Vervolgens moet er een verbouwing plaats vinden waardoor er een aantal museale zalen ontstaan. Inclusief kantoren, horeca en andere faciliteiten. Kosten: vele miljoenen euro’s, te dragen door de gemeente.

In het sprookje wordt ervan uitgegaan dat de musea op de nieuwe plek ineens wel als een tierelier gaan lopen. Dat massa’s belangstellenden de drempel over stappen. Een bewering die op niets gestoeld is.

De coalitie van VVD, GBLV en D66 heeft aangekondigd in 2023 een besluit te willen nemen over de huisvesting van Museum Swaensteyn, Herenstraat 101 (een gemeentepand). Het ware beter zich de vraag te stellen of het museum nog wel moet blijven bestaan en zo ja, in welke vorm. Een vraag die net zo hard geldt voor Huygens Hofwijck.

Een bedrijf dat producten aanbiedt die kennelijk niemand wil kopen, sluit de deuren. Waarom zou dat bij de Voorburgse musea anders moeten zijn?

En als de gemeente dan toch persé een museum wil hebben, zou dat een faciliteit moeten zijn waar de hele gemeente zich in kan herkennen. Dus niet exclusief voor een handvol Voorburgers op leeftijd, maar ook voor de Leidschendammers, de mensen uit Stompwijk en degenen die in Wilsveen wonen.

Dat zal dan echter een nieuwe faciliteit moeten zijn, centraal in de gemeente. Met een museumleiding die vooruit kijkt en niet naar het verleden. Met een programma dat mensen boeit en aantrekt, ook jongeren. Dik vier ton subsidie per jaar van de gemeente is er al vast.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter