Nieuws
Den Haag: ‘verhaallijnen’ voor de toekomst

B&W van Den Haag hebben drie zogenoemde ‘verhaallijnen’ over de toekomst van de stad tot 2050 gepubliceerd. Het gaat om de Lokale Stad (mens in de stad), Transitiestad (stad in ombouw) en Regiostad (stad in de regio). Eén van de drie wordt de basis voor een in 2023 op te stellen Omgevingsvisie.

= Lokale stad: Den Haag groeit tot maximaal 50.000 nieuwe woningen tot 2040. De groei wordt binnen de huidige gemeentegrenzen vormgegeven. Er wordt vraaggericht gebouwd in de wijken; voorzieningen komen in de wijken. Den Haag krijgt vele groene parkjes die als eilandjes in de wijken liggen. De werkgelegenheid groeit mee met de woningbouw in de wijken. Bestaande arbeidsplaatsen en werkgebieden blijven behouden. Mogelijkheden van werken aan huis worden vergroot. Verdichten en beter benutten van bestaande bedrijventerreinen zorgt dat uitbreiding van bedrijventerreinen nauwelijks aan de orde is. De automobiliteit groeit nog wat, vooral in de wijken, maar er is geen doorgaand autoverkeer door de wijken. Parkeren vindt plaats op eigen terrein of binnen centrale voorzieningen. De bewoners hebben veelal eigen elektrische auto’s en laadpalen en maken weinig gebruik van deelauto’s. In het openbaar vervoer is sprake van een sterke differentiatie van lokaal (fijnmazig) naar een stadsniveau (snel). Met de fiets is alles in de stad binnen 15 minuten bereikbaar over het binnenstedelijk fietsroutenetwerk. Verder is er weinig keuze in vervoersopties: weinig deelmobiliteit en veel privébezit auto, fiets en bakfietsen. De voetganger heeft een centrale rol in de wijken door een fijnmazig voetgangersnetwerk en goede oversteekbaarheid van wegen. De energie omwenteling is kleinschalig en voornamelijk op individuele basis of met kleinschalige collectieve warmtesystemen. De focus ligt op haalbaarheid, betaalbaarheid, keuzevrijheid en verbetering van comfort voor de bewoners.

= Transitiestad: Den Haag groeit met 50.000 tot 80.000 nieuwe woningen tot 2050 met aandacht voor de grote veranderingen op de terreinen warmte, elektriciteit en mobiliteit. Daarnaast wordt ingezet op aanpassingen aan de klimaatverandering en het vergroten van biodiversiteit. De woningbouw vindt plaats op selectieve gebieden binnen de gemeentegrenzen met grootschalig groen in delen van de stad en bijzondere aandacht voor milieueducatie. Daarnaast komen er grootschalige gecentraliseerde sport, cultuur en andere voorzieningen en is er sprake van goede bereikbaarheid van voorzieningen met fiets en openbaar vervoer (OV). De voorzieningen zijn geschikt voor meervoudig gebruik, zodat ruimte wordt bespaard. Door verdichten, herstructureren en verduurzamen ontstaat ruimte voor innovatieve bedrijven en woon-werkgebieden met nadruk op economische toplocaties op en rondom knooppunten van hoogwaardig OV. Automobiliteit wordt beperkt tot enkele hoofdroutes in de stad. Er komen mobiliteitshubs op centrale locaties in buurt, wijk, stad en regio. Er is veel gebruik van deelauto’s; buurtverkeer gebeurd lopend, fietsend en met elektrische voertuigen. De doorgaande fietsstructuur faciliteert deelfietsen. Woon-werkverkeer wordt gekoppeld aan de mobiliteitshubs die veel vervoersopties bieden waardoor er weinig eigen bezit van voertuigen bestaat. Vooral in grote autoluwe gebieden liggen goede voetgangersverbindingen naar OV-haltes. In de energie-omwenteling wordt uitgegaan van stedelijke warmtenetten/warmtesystemen. Daartoe wordt ruimte gemaakt voor ‘bronpunten’ in de stad zoals geothermie en voor elektra/warmte/opslag.

= Regiostad: Den Haag bouwt meer dan 80.000 woningen. Dat gebeurt in meerdere ‘kernen’, ook in de regio. Belangrijk is hier de keuze om bepaalde voorzieningen, bedrijven of woonmilieus niet meer te faciliteren. De woningbouw wordt vormgegeven door verdichting in Den Haag en afgestemde regionale programmering. Onderwijs wordt regionaal gegeven wat bijzondere specialisaties mogelijk maakt. Grootschalige groenvoorzieningen in de regio en langs de kust bestaan uit de duinen en stadsparken. Er ontstaat een balans in sport-, cultuur- en andere voorzieningen vanuit regionaal perspectief bezien. Qua werkgelegenheid lig de focus op de diensteconomie en het vergroten van een aantal toplocaties voor kantoren. Daarnaast wordt geïnvesteerd in regionale werkterreinen en in het intensiveren en/of optoppen van bestaande bedrijventerreinen. Autowegen en trams bewegen op meerdere lagen boven elkaar door de stad en bezoekers parkeren aan randen van de stad, waar overgestapt wordt op openbaar vervoer (OV). Eigenlijk is de automobiliteit alleen gericht op bestemmingen buiten de regio en de randstad. Het OV bestaat uit RandstadRail en lightrailcorridors met een hoge snelheid over de Oude Lijn (Den Haag-Dordrecht), Koningscorridor (Scheveningen-Den Haag CS-Zoetermeer) en Zuidwestland corridor (Den Haag CS-Westland), maar ook door hoge sprinterfrequentie op sprinterstations. De doorgaande fietsstructuur wordt gekoppeld aan de grote mobiliteitshubs door onder andere grote fietsenstallingen bij stations en tramhaltes. In de stad bewegen veel bezorgdiensten voor niet-autobezitters. Ten slotte zijn voetgangersverbindingen gericht op grote OV-knooppunten. Voor de energie omwenteling wordt ingezet op een regionale strategie (industriële restwarmte, geothermie) met extra aandacht voor de stevigheid van het energiesysteem (warmte en elektra).

 

 

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter