Mening
De Vlietland-soap (2): bestuurlijk proces en argumenten

Hoe is het (gedateerde) plan om 222 vakantievilla’s en een grootschalige horecavoorziening met zaalverhuur in en aan het water van het natuur- en recreatiegebied Vlietlanden nu verlopen en welke argumenten gaan over tafel, kunt u zich afvragen? Wat is de rol van de politiek? En hoe wordt met de verschillende belangen en standpunten omgegaan?

Het initiatief voor dit plan (fase 1) ligt een kleine 20 jaar geleden. Projectontwikkelaar en pachter van de grond zien mogelijkheden om het noordelijk deel van de Vlietlanden te gaan verstedelijken door de bouw van honderden vakantiewoningen in het natuurgebied. Het ruwe plan wordt uitgewerkt en valt in goede aarde bij ‘de altijd ondernemersvriendelijke’ VVD, waar goede relaties mee bestaan. Ver weg van de woonkernen van de gemeente een mooie kans voor commerciële gebiedsontwikkeling.

De kapstok waar deze hele exercitie aan opgehangen wordt is: intensivering van de recreatieve functie van dit gebied. Onjuist als men naar de aantallen gebruikers van Vlietlanden (meer dan een miljoen) kijkt, niet onderbouwd en qua oplossingsrichting contraproductief want gebied wordt semi permanent bewoond door kleine groep investeerders.

Zowel ambtelijk als bestuurlijk wordt dan binnen het gemeentehuis (fase 2) verder gewerkt aan de realisatie van het plan in nauwe samenspraak met de initiatiefnemers. Het politiek uitruilproces is hier een belangrijk onderdeel van. Pas in een vergevorderd stadium wordt het plan naar buiten gebracht en vol elan gepresenteerd als prima samenwerking tussen bedrijfsleven en de gemeente. Met in hun ogen vele voordelen. Het wordingsproces van het initiatief is ge- en besloten voor de buitenwacht en pas openbaar (fase 3) als de stellingen al betrokken zijn. De projectontwikkelaar wil bouwen en het bestuur van de gemeente faciliteert dit en doet mee. In de bestuurskunde wordt dit een top-down beleidsproces genoemd.

De analogie in de werkwijze met de uitsluitend dure woningbouw op park Schakenbosch is treffend. Na presentatie van de plannen moeten intern in het gemeentehuis diverse verplichte procedures (fase 4) doorlopen worden, die door afstemming binnen de coalitiepartijen nauwelijks tot aanpassingen leiden. Extern (fase 5) wordt aan management van de verwachtingen van burgers voldaan (cryptisch/cynisch: burgerparticipatie genoemd) met name door procedurele hobbels en inhoudelijke argumenten op te werpen.

Betrokken en belanghebbende burgers worden voor een voldongen feit geplaatst en de traditionele wij-zij tegenstelling is er weer. De belangrijkste argumenten die dan frequent terugkomen zijn: het is al een gelopen race, er kan niets meer veranderd worden, de coalitie heeft al besloten, er zullen grote claims volgen als er wat verandert, het plan past in alle kaders etcetera. In dit specifiek geval wordt er nog aan toegevoegd: het op het grondgebied van Leidschendam – Voorburg ligt en alleen die gemeenteraad beslist. Met name dit laatste is vreemd als we terugdenken aan de commotie rond de bouwplannen van Den Haag op de grens van Leidschendam-Voorburg.

Als reactie hierop kan ook gesteld worden dat de toestemmingsprocedure nog niet volledig is afgerond en in dit stadium claims onvoldoende grondslag hebben. Ook zijn claims en juridische vervolgprocedures te verwachten van benadeelde partijen.

Het politiek bestuurlijke proces wordt omgeven met omvangrijke en vaak onleesbare documenten en zodanig geregisseerd dat invloeden van buiten op het plan op voorhand gemarginaliseerd worden. Dit kan ook niet anders want de stellingen zijn al betrokken en de trackrecord van de gemeente met betrekking tot burgerparticipatie is bedroevend.

Enkele voorbeelden. Kent u de betekenis en inhoud/ impact op het plan van bijvoorbeeld NOVI, BARRO, SVIR, VR en Omgevingswet uit de voorliggende bestemmingsplan Doorontwikkeling Vlietland Noord? Waarom mocht de projectontwikkelaar wel en het Burgerinitiatief Vlietlanden niet bij het recente overheidsoverleg provincie en gemeenten over dit project zijn? Waarom wordt meermalen expliciet door de gemeente Leidschendam-Voorburg vermeld dat er overleg over dit plan is geweest met de Vrienden van Vlietland, terwijl dit pertinent onjuist is? De bestuurlijke bubbel met haar eigen spelregels, procedures en afweging staat (bewust?) wel erg ver af van de belevingswereld van haar inwoners. Zo worden omwonenden en gebruikers van de Vlietlanden qua mening en invloed buiten spel gezet door het gelegenheidsargument gemeentegrenzen. Alsof burgers de kwaliteit van hun leefomgeving bezien en beleven vanuit administratieve grenzen getrokken door ambtenaren.

Ook het politiek spel wordt gekenmerkt door schimmigheid, uitruil- en procedureafspraken en detaildiscussies. Zo is Leiden, waar GroenLinks de grootste partij is, niet blij met de plannen en kiest voor stille diplomatie, of beter verstilde diplomatie. Voorschoten maakt zich zorgen en wil invloed en met name PvdA, GroenLinks en D66 roeren zich. Wel vreemd dat bij landelijke partijen geen eenduidigheid rond dit plan te onderkennen is. Met bijvoorbeeld als voorstanders D66 in LV en een verantwoordelijk PvdA gedeputeerde in de provincie. De VVD is in brede zin oorverdovend stil. Van de lokale partijen, nu in de coalitie in Voorschoten en Leidschendam-Voorburg, zou meer realiteitszin en oog voor de belangen van burgers verwacht worden. Zeker met een verantwoordelijke wethouder in Leidschendam-Voorburg erbij.

Concluderend kan gesteld worden dat de coalitie in Leidschendam-Voorburg weer voornemens is een waardevol schaars gebied aan een commerciële partij beschikbaar te stellen tegen de expliciete zin van omwonenden, gebruikers en vele organisaties. Besturen is vooruitzien en zorgen voor de toekomst. En dus geen verouderde plannen doordrukken met onnodig en selectief eigenbelang ten kosten van waardevolle schaarse collectieve voorzieningen. Een mooi voorbeeld van maatschappelijke minwaarde.

(Deel 2 van trilogie. Tekst Rob van Engelenburg)

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter