Nieuws
B&W wijzen plan Burgerinitiatief Vlietland af

B&W zien niets in een voorstel van Burgerinitiatief Vlietland om een wijziging van het bestemmingsplan Vlietland-Noord, waardoor de bouw van 222 grondgebonden recreatiewoningen in het natuur- en recreatiegebied mogelijk wordt, nu niet vast te stellen. In plaats daarvan zou er een voorbereidingsbesluit moeten komen waardoor er ruimte ontstaat voor burgerparticipatie over het bestemmingsplan.

De houding van B&W blijkt uit een brief aan de gemeenteraad en het Burgerinitiatief. Het voorstel van het Burgerinitiatief omvatte vier onderdelen:

= De gemeenteraad besluit het nieuwe bestemmingsplan ‘Doorontwikkeling Vlietland Noord’ niet vast te stellen,

= De gemeenteraad neemt voor heel het recreatiegebied Vlietland een voorbereidingsbesluit en ‘bevriest’ daarmee alle bestaande, onherroepelijke, bouwrechten,

= Het college van B&W wordt opgedragen een breed participatieproces te starten. Bestaande rechten worden hierbij nadrukkelijk niet als uitgangspunt genomen,

= Aan de hand van de uitkomsten van dit participatietraject en een zorgvuldige bestuurlijke afweging te komen tot een integrale herziening van het bestemmingsplan en dat in procedure te brengen.

B&W adviseren de gemeenteraad:

= De besluitvorming over het nieuwe bestemmingsplan niet ‘on hold’ te zetten en het raadsvoorstel in behandeling te nemen zodra het college dit toestuurt,

= Geen voorbereidingsbesluit te nemen op het huidige bestemmingsplan Vlietland-Noord,

= Het college van B&W te vragen participatie op het inrichtingsplan voor Vlietland-Noord zo spoedig mogelijk op te starten.

Volgens B&W is het laten liggen van het ontwerpbestemmingsplan ‘niet uitvoerbaar’. Het plan past binnen het bestaande provinciale en gemeentelijke beleid, aldus B&W. Door het niet in behandeling te nemen, opent de gemeente de mogelijkheid tot beroep voor Recreatiecentrum Vlietland BV (RCV) en Dutch Lake Residence (DLR, de projectontwikkelaar). Die zouden de gemeente van onrechtmatig handelen kunnen betichten.

Voor de doorontwikkeling van Vlietland-Noord heeft de gemeente bovendien anterieure overeenkomsten gesloten met zowel RCV als DLR. Dit houdt in dat de gemeente een inspanningsverplichting heeft om uiteindelijk te komen tot een onherroepelijk bestemmingsplan dat verblijfsrecreatie mogelijk maakt. Het niet vaststellen van het bestemmingsplan kan gezien worden als een toerekenbare tekortkoming van de kant van het college respectievelijk de gemeente. Hierdoor kan sprake zijn van schadeplichtigheid voor de gemeente.

De provincie heeft een erfpachtovereenkomst gesloten met RCV die expliciet de komst van recreatiewoningen mogelijk maakt. Als het niet vaststellen van het bestemmingsplan dit onmogelijk maakt, kan de provincie besluiten de raad te dwingen een bestemmingsplan vast te stellen.

Een voorbereidingsbesluit is niet meer mogelijk volgens B&W omdat dit genomen moet worden voordat een ontwerpbestemmingsplan in voorbereiding is. Het onderhavige ontwerpbestemmingsplan heeft al ter inzage gelegen. Nu nog een voorbereidingsbesluit nemen betekent dat dit juridisch middel voor een oneigenlijk doel wordt ingezet. Het kan daarmee worden gezien als misbruik van een bevoegdheid door de raad en een aantasting van de rechtszekerheid jegens RCV en DLR.

Wat betreft burgerparticipatie verwijzen B&W naar een eerder ingenomen standpunt dat die inspraak niet meer kan gaan over de vraag ‘of’ er recreatiewoningen kunnen komen maar alleen over de vorm/inrichting van het recreatiepark. Het starten van burgerparticipatie waarbij bestaande rechten buiten beschouwing blijven is ‘niet mogelijk. Als overheid kan de gemeente bestaande rechten niet negeren. Het is de basis van onze rechtstaat dat de overheid niet eenzijdig bestaande rechten van een inwoner of onderneming kan afnemen’.

B&W stellen over hun standpunten advies te hebben ingewonnen bij de huisadvocaat.

 

 

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter