Een nieuwe bijdrage van Stadsbeheer: ‘Wanneer de temperaturen weer naar wat aangenamere waarden stijgen, breekt de zogenoemde rammeltijd aan en zoeken meneer en mevrouw de Haas toenadering. De hazen krijgen het dan op hun heupen. Ze rennen in treintjes achter elkaar aan, springen in de lucht en delen met de voorpoten rake klappen uit. De vrouwtjes worden achterna gezeten door meerdere mannetjes, die allemaal met haar willen paren. Mannen vechten met elkaar om te bepalen wie de sterkste is. Maar ook de vrouwtjes zijn geen lieverdjes hoor. Als ze niet gediend zijn van een mannetje kan ook hij van haar een flinke klap verwachten. Na een heuse afvalrace volgt de paring en mogen we zes weken later in een kuil midden in het veld de jonge haasjes verwachten. Het grootste deel van het jaar leven de hazen, in tegenstelling tot konijnen, afgezonderd van elkaar. Ze huppelen teruggetrokken door het leven en brengen de dag het liefst al soezend door in een ondiep kuiltje, wat ook wel een leger genoemd wordt. Nu in de rammeltijd vliegen de pluizen in het rond en zijn de hazen in hun spel zeer interessant om naar te kijken. Deze hazen zaten elkaar achterna in de Nieuwe Driemanspolder’.