Mening
‘Daar zit de pijn’

‘Gaat het mis, of is er hoop?’ Het is de eerste vraag die Rob van Engelenburg en Peter van Hoesel zich stellen in hun boek Burgerparticipatie in het openbaar bestuur. Wie het werk leest komt tot de conclusie: het is beiden. Bij de overheid, ook de gemeentelijke, gaat het mis maar door burgerparticipatie te omarmen is er hoop.

Rob (columnist bij Vlietnieuws) en Peter zijn gepokt en gemazeld in de overheidssector. Rob werkte in het Europees parlement, op een Haags ministerie, bij de vereniging Kamers van Koophandel, de Raad voor zelfstandig ondernemerschap en bij een aantal branche-organisaties.

Peter is emeritus-hoogleraar bestuurskunde aan de Erasmus universiteit Rotterdam. Voordien was hij actief aan de Universiteit van Leiden, leidde hij enkele instituten die beleidsonderzoek deden, en was hij directeur van het Economisch instituut voor het MKB (midden- en kleinbedrijf).

Aan de hand van talloze beschouwingen en artikelen breekt het duo een lans voor de burgerparticipatie. Daar kan de overheid volgens hen alleen maar baat bij hebben. Er kan gebruik gemaakt worden van inzichten van burgers; er kan draagvlak ontstaan voor moeilijke besluiten; er ontstaat een tegenwicht voor een almaar groter wordende overheid; overbodig ‘beleid’ kan geschrapt worden; het stimuleert de creativiteit en durf bij ambtenaren en hun politieke bazen; veronderstellingen waarop beleid wordt gemaakt kunnen getoetst worden en er ontstaat meer controle op overheidsbeleid. De zaak is beter in evenwicht.

Ter onderbouwing geven de schrijvers vele voorbeelden en tips, zowel voor politici als burgers die aan het participeren willen. Het geheel werkt als een soort handboek. Toch signaleren de auteurs ook een aantal hobbels die genomen moeten worden. Burgerparticipatie gaat niet vanzelf. Men moet zich er serieus voor inspannen: burgers en overheid. Dat vereist echter van beide partijen ook een positieve grondhouding. Van ‘wezenlijk belang’ noemen Rob en Peter het dat ‘de politiek ruimte geeft aan burgerparticipatie’. Vervolgens zullen de ambtenaren die de beleidsprocessen sturen moeten leren dat samen met de burgers, open te gaan doen.

‘Maar nog steeds is een politieke cultuur dominant die uitgaat van een top-down benadering en die meer is ingesteld op specifieke belangen dan op het algemene belang. Dat laatste wordt wel met de mond beleden maar verder niet waargemaakt. Dat is duidelijk een heel grote hobbel, die alleen maar kan worden weggenomen als politieke partijen gaan inzien dat het echt anders moet’, zo stellen de schrijvers. Om er aan toe te voegen dat politici die nog in de top-down benadering geloven, vervangen moeten worden door collega’s die bottum-up aanhangen.

De vraag hoe zulks te bewerkstelligen en op welke termijn wordt in het boek niet beantwoord. Politici in Leidschendam-Voorburg hebben zich weliswaar aanhangers van burgerparticipatie getoond, tegelijk zijn zij niet van zins enige macht af te geven. B&W en gemeenteraad willen hoe dan ook het laatste woord hebben en houden.

Een vraag die ook onderbelicht blijft in het boek is deze: wie vertegenwoordigen degenen die participeren? Anders gezegd: namens die treden zij op? Wie is hun achterban? En hoe representatief is die? Zijn de burgers die participeren wel de juiste gesprekspartner(s) voor politici en ambtenaren? Of gaat het om een handjevol belanghebbenden bij, bijvoorbeeld, de komst van een speeltuin in hun buurt of het schrappen van geplande hoogbouw in de straat?

Vraagtekens kunnen ook gesteld worden bij het uitgangspunt dat ‘de overheid’ tegen haar grenzen aan loopt, dat het beleid vastloopt en de bestuurscultuur moet veranderen. Zien en voelen de direct betrokkenen dat zelf ook zo, of is dit slechts de gekleurde bril van twee ‘buitenstaanders’? Dat het vertrouwen van de burger in de politiek afneemt (bij de gemeenteraadsverkiezing van maart 2022 kwam in Leidschendam-Voorburg nog maar 51 procent stemmen) is een te simpele verklaring.

Hoe dan ook het boek Burgerparticipatie in het openbaar bestuur is een manhaftige poging de burgerparticipatie vooruit te helpen. Zelfs zeggen de schrijvers te ‘hopen’ dat hun boodschap ‘enig effect zal sorteren’. Hoop doet leven waarbij het duo de pijlen met name op de politiek richt: ‘Het kan veel beter als de politiek het maar zou willen. Daar zit de pijn’.

(Burgerparticipatie in het openbaar bestuur. Uitgeverij Boom Den Haag. ISBN 978-94-6236-361-8. Ook als e-book verkrijgbaar)

 

 

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter