Ze moeten vroeger in elk huishouden aanwezig zijn geweest, want ze worden bij vrijwel elke opgraving gevonden: vuurtesten. Ook zie je ze vaak afgebeeld op schilderijen.

Testen zijn vierkante of ronde bakjes van aardewerk, waarin gloeiende kolen of stukken turf werden gelegd. Deze warmtebron vormde een welkome aanvulling op het haardvuur. Om de voeten te verwarmen werden ze geplaatst in een stoof, een houten lade met gaten. Testen werden ook gebruikt om de pijp aan te steken.

De afgebeelde testen zijn gevonden bij een boerderij aan de Noortheylaan in Leidschendam en in de Herenstraat in Voorburg. De eerste is gemaakt van roodbakkende klei uit de buurt en voorzien van doorzichtig loodglazuur. De tweede  is vervaardigd van witbakkende klei, die hier niet is te vinden, maar aangevoerd moet worden uit het oosten of zuiden van ons land. Ook de witbakkende test is voorzien van loodglazuur, maar daar is kopersulfaat aan toegevoegd voor een groene kleur. De testen dateren uit de 18e of 19e eeuw.

Testen kunnen in zoverre gemakkelijk worden gedetermineerd, dat eventuele roetsporen niet aan de buitenkant zitten, zoals bij kookpotten, maar aan de binnenkant. Potten of schalen waar wel roet aan de binnenkant zit, kunnen als test zijn gebruikt. (Tekst: Wim van Horssen, Foto’s: Joanneke van den Engel-Hees)