Nieuws
‘De kracht van de burger hou je niet tegen’

Hij wil meteen iets duidelijk maken. Het boek over burgerparticipatie dat hij samen met Peter van Hoesel schreef is geen handboek maar een ‘ervaringsboek’. ,,Observaties, analyses en suggesties, gebaseerd op ervaringen uit ons werkzame leven’’, aldus Rob van Engelenburg.

Ooit bestond er inspraak. Nu is dat vervangen door burgerparticipatie. Is er een verschil? Inspraak is volgens Rob niet veel meer dan informatie verzamelen. B&W vertellen wat men wil, de inwoner mag er gele briefjes of stickers bij plakken op informatieavonden en dat is het dan. Na afloop van de bijeenkomst verdwijnen de briefjes en stickers de prullenbak in. ,,Inspraak is niet meer dan een etiket dat er aan burgerparticipatie is voldaan. Het is zogenaamde burgerparticipatie; inspraak zonder invloed.’’

Rob signaleert daarbij nog een ontwikkeling. Steeds meer gemeentebesturen laten de burgerparticipatie over aan de projectontwikkelaars, de bouwers. ,,Maar die zijn niet van zins hun plannen grootschalig te wijzigen. Plannen waar ze onderhands al een akkoord over hebben bereikt met B&W. Bij échte burgerparticipatie gaat het om een open mind, een leeg bloknoot, zonder besluiten die al vast liggen, waarbij alle informatie op voorhand beschikbaar is. Een inhoudelijke dialoog met oog voor het maatschappelijk belang.’’

Maar waarom zou een gemeentebestuur zulks willen? ,,De tijdgeest geeft aan dat er een wezenlijk probleem is tussen de wereld van de overheid en die van de burger. Men spreekt een andere taal. Staat met de ruggen naar elkaar. Zie de proteststemmers, de toename in juridische procedures, de persuitingen. Het kiert, zeker in de gemeenten. Nog maar de helft van de kiezers stemt in Leidschendam-Voorburg. Dan heb je een vertrouwensprobleem.’’

En de reactie van die overheid? ,,Meer onderzoek, meer advies inwinnen, nog meer intern beraad. Vergeten wordt dat je verbeteringen samen moet bewerkstelligen en niet moet opleggen. Wij beogen de twee werelden bijeen te brengen. Constructief, niet vrijblijvend. Als je elkaars beperkingen en mogelijkheden leert kennen is er aan het eind een draagvlak. Dan heb je sterker beleid en beter bestuur. De burgers betalen de overheid om maatschappelijke verbeteringen voor die burger te realiseren. Niet om dingen op een eigen houtje te verzinnen.’’

,,Kijk, de traditionele partijen verschrompelen. De protestpartijen krijgen meer aanhang. De politieke noodzaak te veranderen neemt toe. Burgerparticipatie is één van de mogelijkheden om de verbinding met de burgers te verbeteren. Uiteindelijk zullen de onwillende politici uitsterven. De kracht van de burger hou je niet tegen. Dat is een tsunami die over je komt. Het gesloten top down systeem ‘niet storen, wij zorgen er wel voor’ pikt de burger niet meer.’’

In je boek staat dat de overheid, dus ook de gemeentelijke, tegen zijn grenzen aanloopt. Maar zien de betrokkenen dat zelf wel? ,,Men wil het niet zien. Dus moeten de bestuurders overtuigd worden. Ten eerste is er het zelfreinigend vermogen. Het zien wat er speelt. Het voelen van de onvrede. Het bemerken dat het niet goed gaat. Dan zijn er de analyses van buitenstaanders dat het fout gaat. Tenslotte zijn er degenen die vrijwillig hun kennis en kunde beschikbaar stellen. Die mee willen werken aan verbetering. Natuurlijk kun je als bestuurder je hakken in de zand zetten. Maar dan ga je naar de afgrond. Al maar meer regels is niet effectief. Dan komt de trein vanzelf tot stilstand.’’

Maar behalve de bestuurders, de colleges van B&W, heb je nog de ambtenaren. Die hebben eigenlijk veel meer macht. Als die niet meewerken kom je nog nergens. ,,De ambtenaren zijn cruciaal. Je zoekt een ambtenaar 2.0 die niet meer zoals nu intern gericht is als hulpje van de wethouder maar weer ‘civil servant’, dienaar van de samenleving, is. Die dus onafhankelijk wordt, de luiken open zet, signalen van de samenleving opvangt, samen werkt met de burger en niet alleen de wethouder dekt. Die weerwoord aan de bestuurder durft te geven, ook al leidt dat tot wrijving. Daardoor ontstaan juist betere oplossingen, betere besluiten.’’

Terug naar het begin. Kritiek op burgers die actief meedoen aan burgerparticipatie is wel eens dat zij veelal alleen voor hun eigen belangen opkomen. Dat ze niet representatief zijn. ,,Praktisch maakt dat niet zoveel uit. Het gaat om de kwaliteit van de leefomgeving. Je kunt de bal ook terugkaatsen. Hoe representatief is een burgemeester die wordt benoemd en niet wordt gekozen? Of een coalitie die teert op 30 procent van de stemmen? Een gemeenteraad die maar de helft van de kiesgerechtigde inwoners achter zich heeft staan? En gemeenteraadsleden die niet eens het gemiddelde aantal stemmen halen omdat vrijwel iedereen automatisch op de lijsttrekker stemt?’’

Laatste vraag, waarom een boek? ,,We werkten al als columnisten. De vraag kwam op waar we de lat wilden leggen. Alleen voor onszelf onze vrede/onvrede wegschrijven of ook lerend werken voor anderen. We wilden de vluchtigheid van die columns doorbreken. Dus hebben we besloten onze ervaringen bij elkaar te brengen zodat er een blijvend effect ontstaat. Tenminste, dat hopen we. Waarbij we geen pretenties hebben allesomvattend te zijn geweest.’’

(Burgerparticipatie in het openbaar bestuur. Rob van Engelenburg/Peter van Hoesel. Boom uitgeverij Den Haag. ISBN 978-94-6236-361-8. Ook als e-book beschikbaar)

 

 

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter