Nieuws
De Staat der Democratie (12)

Laten we het eens over geld hebben. De gemeente draait dit jaar (2023) met een begroting van 227,7 miljoen euro. In 2018, vijf jaar geleden dus, ging het nog ‘maar’ om 169,4 miljoen euro. In vijf jaar tijd is er dus 58,3 miljoen euro bij gekomen; 11,5 miljoen per jaar erbij.

De gemeente heeft inkomsten uit belastingen en leges, grondverkopen, aandelen in ondernemingen, en krijgt uitkeringen van de rijksoverheid voor het uitvoeren van allerlei taken.

De belastingen worden vrijwel geheel door de inwoners opgebracht. Bij grondverkopen, ten behoeve van woningbouw, staat de gemeente nu op verlies. De aandelen in ondernemingen leveren periodiek geld op. Zoals de verkoop aandelen van aandelen Eneco eind 2019. Die bracht dik 140 miljoen euro in het laadje.

De rijksuitkeringen zijn goed voor het leeuwendeel van de gemeentelijke inkomsten. Probleem daarbij: het rijk verandert de uitkeringen een aantal keren per jaar. Die alleen aan de hand van actuele ontwikkelingen, ook vanwege beleidsbesluiten of de verrekening van de loon- en prijsindex.

Punt is echter dat het begrotingstotaal blijft stijgen. Elk jaar hogere uitgaven. Nooit kondigen B&W een bezuiniging aan om die last op te kunnen vangen. Er is ook geen wethouder die de collega’s in het wekelijkse beraad van B&W voorstelt om een bepaalde extra uitgave op te vangen door elders in het beleidsterrein te snijden.

Waarom eigenlijk niet? Er zijn wel eens mooie zinnen over opgeschreven in coalitieakkoorden. Over het opvangen van tegenvallers in hetzelfde beleidsterrein. Feitelijk gebeurde het echter nooit. De extra uitgave werd gewoon opgeteld bij de uitgaven die er al waren.

Dat is ook makkelijk want de gemeente hoeft het eigen geld niet zelf te verdienen. Men krijgt het van anderen. En ook een gemeenteraad vraagt nooit naar de wijze waarop een nieuwe uitgave wordt opgevangen. De huidige coalitie heeft bijna 9 miljoen euro voor nieuw beleid uitgetrokken. Zonder dekking, zonder bezuinigingen. De laatste twee coalities voor hen, deden niet anders.

Het kan kennelijk allemaal. Want er zijn ‘makkelijke’ uitwegen: de lasten voor de burgers verhogen bijvoorbeeld. Een greep doen in de financiële reserves, is een andere. In 2018 was die reserve 93,2 miljoen euro. Berekend werd toen dat die nu onder 70 miljoen euro zou liggen. 23 miljoen euro eraf in vijf jaar.

Inmiddels is er het Enecogeld. Derhalve staat de reserve nu op 203,3 miljoen euro. Overigens ook lager dan de voorspelde 70 miljoen plus de 140 miljoen van Eneco, maar dit terzijde. Voor 2026, als de ambtstermijn van deze coalitie erop zit, is een reservestand van 182 miljoen euro becijferd. Dik 21 miljoen euro minder binnen vier jaar.

Nog een uitweg: het lenen van geld bij de bank. De gemeente heeft nu leningen uitstaan ter waarde van 94,8 miljoen euro. In 2026 zal dat bedrag zijn opgelopen tot 148,8 miljoen euro: 54 miljoen euro meer.

Een andere mogelijkheid: het schuiven met uitgaven. Zo voeren B&W jaarlijks in de begroting investeringen van tientallen miljoenen euro’s op die vervolgens gedurende het jaar even makkelijk worden doorgeschoven naar latere jaren. Kortom: het is gebakken lucht. Financiële speelruimte.

Een optie is ook het beperken van uitgaven zonder dat iemand het door heeft. Bijvoorbeeld, het niet meer opvullen van vacatures bij Stadsbeheer of het verlagen van het onderhoudsniveau bij de groenvoorziening.

Al ingevoerd is dat begrotingswijzigingen onder 100.000 euro de gemeenteraad niet gemeld hoeven te worden. Dat levert fantastische ‘schuifmogelijkheden’ op. ‘Ruimte’ is er ook in de begroting door personeelslasten inclusief onbezette plekken op te voeren. Je boekt wel maar geeft niet uit.

Behalve het feit dat er nooit bezuinigd wordt voor een extra uitgave, wordt ook de vraag óf een extra uitgave wel onafwendbaar is, niet gesteld. Met andere woorden: moet er wel gebeuren wat de wethouder en zijn ambtenaren hebben bedacht? Kan het niet goedkoper? Moeten we niet eens kritisch kijken naar de dingen die we al jaren zo doen, tegen de kosten die we al jaren, automatisch, in de begroting opvoeren? Bijvoorbeeld kosten voor extern onderzoek. Standaard 50.000 euro.

Hoe vreemd is het dan niet om wethouders richting de gemeenteraad te horen zeggen dat zij, als zij extra wensen hebben, ook moeten aangeven hoe de extra ambtelijke inzet betaald moet worden.

Let wel: ambtenaren die gewoon in dienst zijn van de gemeente. Die moeten doen wat de baas (de gemeenteraad als hoogste orgaan in de gemeente; de wethouder als uitvoerder) hen opdraagt. Hoezo dan ‘extra inzet’?

De arbeid aan de ene zaak inruilen voor een klus op een ander terrein, is dat nu zo moeilijk? Er is toch niemand die vraagt om meer uren te gaan draaien om een en ander te realiseren?

Een wens van de vertegenwoordigers van de inwoners (de gemeenteraad) legt het zo af tegen de ‘beleidsuitvoering’ die op het Raadhuis wordt bedacht. En waarvan nog maar de vraag is of zulks naar de wens van de inwoners is. Maar ook die vraag wordt niet gesteld.

Hoe was het gezegde ook al weer? ‘Het geld regeert de wereld’. Ook de lokale.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter