Nieuws
Ruimtelijke puzzel Zuid-Holland

Gedeputeerde Staten (GS) van Zuid-Holland hebben een zogenoemde ‘ruimtelijke puzzel’ geformuleerd: een combinatie van een groot aantal vraagstukken die in onderling verband aangepakt zouden moeten worden binnen de beperkte ruimte van de provincie. Het betreft een ‘startpakket’ waarover GS met Provinciale Staten willen praten.

De ruimtelijke puzzel kent drie onderdelen, perspectieven genoemd: Bodem, landbouw en natuur; Netwerken voor energie, corridors en industriële clusters; Leefbare steden en regio’s.

Inzake Bodem, Landbouw en Natuur verwijzen GS naar het provinciale programma landelijk gebied waarin ruimteclaims staan voor aanvullende natuur, extensivering en nieuwe verdienmodellen voor landbouw, klimaat en biodiversiteit. Daar komen nu zaken bij als waterveiligheid en het voorkomen van wateroverlast. Het gaat om de combinatie van verdere verstedelijking en de effecten van klimaatverandering (extremer weer, veranderende rivierafvoer, zeespiegelstijging). De stelregel dat water en bodem sturend zijn voor nieuwe ontwikkelingen vraagt nadere uitwerking.

Een ‘belangrijke opgave’ noemen GS om in het veenweidegebied een grondwaterstand van 20 tot 40 centimeter onder maaiveld te realiseren. Hiermee moet worden bereikt dat bodemdaling wordt geminimaliseerd en de uitstoot van broeikasgassen wordt gereduceerd. Problemen hierbij: er is niet altijd voldoende water beschikbaar; de waterkwaliteit kan tijdelijk verslechteren; het heeft een negatief effect op de agrarisch grondgebruik.

GS stellen verder dat informatie nodig is over het watergebruik van grote industriële watervragers. Dat geeft ook inzicht in de gevolgen van watertekort. Met waterschappen wordt bezien of en waar het nuttig is extra piekberging te creëren.

Bij netwerken voor energie, corridors en industriële clusters gaat het om de energie omwenteling, de Rotterdamse haven, greenports en logistieke clusters. Zo moet gezocht worden naar gebieden voor zonnevelden en windturbines. Er moet een toekomstplan Haven Rotterdam komen inclusief de vraag hoe ruimte wordt gemaakt voor bedrijven die passen bij en bijdragen aan een economie zonder afval (circulair), digitaal, en duurzaam. ‘Het gaat om ruimte maken voor bedrijven die passen bij en bijdragen aan de grondstoffen- en energietransitie, maar ook klimaatadaptief, met groenblauwe kwaliteit. Het gaat daarbij om actief opbouwen, ombouwen/transformeren én afbouwen’, aldus GS.

Andere punten zijn: het ontwikkelen van een nieuwe ruimtelijk-economische visie voor Zuid-Holland inclusief een visie op bedrijventerreinen; het behouden van voldoende milieuruimte voor industrie en bedrijvigheid; de programmering van de regionale energie infrastructuur; ontwikkelen van het nationale grondstofsysteem in relatie tot de Haven Rotterdam; opslag/bewerking/transport van ammoniak als basis toekomstig waterstofsysteem; hoe om te gaan met grootschalige bedrijfsvestigingen; de verdere ontwikkeling van Greenports. De sector vraagt veel ruimte en is afhankelijk van de Haven Rotterdam/Schiphol, vervoerscorridors, specifieke klimatologische omstandigheden, geothermie.

Inzake het perspectief Leefbare steden en regio’s schrijven GS dat er al veel bekend is over de doelen voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Zo dienen er 235.460 woningen gebouwd te worden voor 2031. De woonbehoefte richting 2040 en 2050 en de beschikbaarheid van passende woningbouwlocaties moeten uitgewerkt worden. Daarnaast is er de behoefte aan bedrijfsterreinen. ‘Als vertrekpunt’ nemen GS het behoud van hetgeen er in 2030 is.

‘Belangrijke opgave voor de ruimtelijke puzzel is om in een vervolgonderzoek in beeld te brengen welke opgaven (energie, natuur, klimaat, gezondheid, leefbaarheid) er spelen rond de transformatie van bestaand stedelijk gebied. Bijzondere aandachtspunten zijn de oude stad, naoorlogse wijken en groeikernen en de dorpskernen in het landelijk gebied. Nader verkend moet worden wat nodig is voor kunnen realiseren van voor het beter benutten van bestaande bedrijventerreinen is inzetten op meervoudig en intensiever ruimtegebruik en compensatie bij transformatie. Compensatie geldt voor terreinen voor grootschalige productie (milieuvervuilend) en watergebonden kavels’.

‘Binnen de gemeenten langs de Oude Lijn (spoorbaan Leiden-Dordrecht, red.) wordt sterk ingezet op hoogwaardig openbaar vervoer (OV) en het clusteren van functies rondom OV-knooppunten. Voor gebieden anders dan rondom de Oude Lijn is de opgave rondom het versterken van de economische aantrekkingskracht nog nergens vastgelegd en zou binnen de puzzel opgepakt moeten worden. Belangrijk aandachtspunt is de vraag hoe ver deze agglomeratiekracht kan of moet reiken’.

‘Belangrijk aandachtspunt is de vraag in hoeverre het stedelijk netwerk in Zuid-Holland op langere termijn (na 2030) nog doorontwikkeld kan worden. Gezien de druk op het huidige netwerk, water en bodem sturend als de ruimtebehoefte voor onder andere groen/recreatie, water en landbouw. Dit moet vervolgens worden bekeken in relatie tot de te verwachten bevolkingsgroei richting 2050’.

GS wijzen erop dat het kiezen voor Water en Bodem als sturende elementen een groot dilemma oplevert. Mogelijk kan op de langere termijn (na 2030) niet meer aan de vraag naar woon- en werklocaties voldaan worden, vanwege toenemende beperkingen uit het water en bodemsysteem.

‘Tevens dient er aandacht te zijn voor de drinkwatervoorziening, mede door de toenemende vraag door verdere verstedelijking. Om knelpunten in de drinkwatervoorziening te voorkomen zijn op korte termijn maatregelen nodig. Enerzijds door waterbesparing door huishoudens en anderzijds door te zoeken, benutten en beschermen van nieuwe bronnen voor drinkwaterproductie’, aldus GS, die verder wijzen op de noodzaak van het beschermen van erfgoed (ook gebieden) en plannen voor het creëren van een gezonde en groene leefomgeving.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter