De welstand- en monumentencommissie heeft opnieuw ‘nee’ gezegd tegen de plannen van de gemeente om het Voorburgse park Vreugd en Rust middels een aantal ingrepen terug te brengen in de stijl van rond 1850. De kritiek richt zich op het plaatsen van een aantal bruggen en banken. De aanleggen van paden en het plaatsen van nieuwe hekwerken rond de dierenweide kunnen wel op instemming rekenen.
De hardste kritiek is er op de bruggen. ‘De commissie raakt sterk aan te investeren in de bruggen: het zijn de eyecatchers van het park. Voor de bruggen is er een letterlijke verwijzing naar de historie, tegelijk zijn er ook nieuwe toevoegingen. Het gaat nu om het principe van de bruggen, dus nog niet om de verdere definitieve uitwerking daarvan’.
‘De commissie vraagt om een duidelijke conceptuele stellingname inzake de bruggen: wat is de hoofdkeuze? De witte bruggen als basis en enkele verbijzonderingen op geschikte plekken? Een letterlijke historische referentie of een eigentijdse herinterpretatie van de historische bruggen, waarbij de kwaliteiten van de gekozen materialen worden benut?’.
‘De witte bruggen met de verhoogde staanders in het midden komen meerdere malen terug. Alleen in een uitvoering in hout sluiten deze bruggen aan bij de rijksmonumentale uitstraling van het park; het geeft een passend patroon en warmere uitstraling. De leuning van de brug aan de Vliet moet iets meer hoogte krijgen: puntiger uitvoeren zoals de oorspronkelijke brug. Zo wordt deze een markanter element en is deze tegelijkertijd goed toegankelijk voor mindervaliden’.
‘Het principe van een ‘knuppelbrug’ of ‘takkenbrug’ (brug naar de huisvijver tussen hotel en Vliet, red.) wordt gewaardeerd en past goed op de gekozen plek. De brug als verbijzondering moet een sieraad worden voor het park. De commissie vindt het ook hier een grote gemiste kans dat gekozen is voor uitvoering in staal. De commissie denkt dat een simpele knuppelbrug qua budget ook zou moeten uitkomen. Een stalen plaatbrug met een verwijzing naar natuurlijke elementen is echt een terugvaloptie. Deze vraagt om een meer verfijnd ontwerp: meer gebruik maken van de mogelijkheden die het materiaal biedt; geen lasnaad zoals nu in het midden te zien lijkt’.
‘De brug in de kleuren van het familiewapen (naar de dierenweide, red.) roept de meeste vragen op. De brug is te weinig eenduidig in vorm (laag deel bij de toegang. Hoger deel in het midden en een losse leuning). De commissie vraagt zich verder af of deze brug niet vooral als functioneel element dient te worden benaderd, en dus veel minder als decoratief element. De huidige (functionele), massieve, brede brug blijft behouden. Om dit element echt decoratieve waarde te geven is lastig. Hier een eenvoudiger, brug ontwerp beter passen, mogelijk toch familie van het standaard witte type. Daarnaast is de afleesbaarheid van de kleuren die verwijzen naar het familiewapen niet duidelijk. De commissie adviseert de aanvrager het familiewapen, indien gewenst, op een andere wijze terug te breng in het park’.
‘Bij de brug naar het Overpark (Oosteinde) zijn standaard stenen opgenomen als referentie naar de stenen die in het verleden zijn toegepast. Deze nieuwe stenen als echte stenen of keien uitvoeren’.
Wat de banken betreft stelt de commissie: ‘In het voorstel zijn nu verschillende varianten van banken opgenomen om de verschillende lagen in de tijd te laten zien. De commissie vraagt om hier een tweetal uit te kiezen zodat verschil in tijd wel zichtbaar wordt/ plekken kunnen worden geaccentueerd en tegelijkertijd er niet te veel onrust/ geen verrommeling ontstaat’.