Nieuws
De Vondst van de Week (18): een valse munt

Bij een opgraving in 2000/2001 in en bij een boerderij aan de Noortheylaan is een koperen duit gevonden. Dat is op zich niet zo bijzonder. Maar met deze duit is iets aan de hand.

Op de voorzijde van het behoorlijk verweerde koperstuk staat de naam TRA/REC/HEM en op de achterzijde een deel van een wapenschild. De naam lijkt op Trajectum, de oude naam van Utrecht en het wapenschild is dat van de stad Utrecht na 1657. Alles wijst er dus op dat de munt in Utrecht is geslagen. En dat was nu ook precies de bedoeling van de maker, een graaf in het plaatsje Reckheim, nu Rekem geheten, zo’n twintig kilometer ten noorden van Maastricht, in het huidige Belgisch Limburg. Een graaf als valsemunter?

De heer van Reckheim – tot 1623 baron en daarna graaf – had van de Duitse keizer het recht gekregen om gouden, zilveren en koperen munten te slaan. Voor de voorziening van het graafschap hoefde hij zijn ‘geldpers’ geen overuren te laten draaien. Reckheim telde in 1631 namelijk niet meer dan 160 huizen en hoeven. De heer benutte zijn pers echter om imitaties van onder andere duiten uit de verschillende provincies en steden van de Republiek te maken en die daarheen te exporteren. Door de lage koperprijs was dat vooral in de eerste helft van de 17e eeuw een lucratieve handel. Hoewel ze dunner waren dan de echte duiten en niet helemaal identiek, kwamen ze toch op grote schaal in circulatie. Dat de tekst ook niet helemaal klopte, zoals in ons geval Trarechem in plaats van Trajectum, zal de minder geletterden nauwelijks zijn opgevallen.

De autoriteiten in de Republiek konden weinig tegen de circulatie van de vervalsingen doen. Reckheim lag buiten het machtsgebied van de Republiek en de graaf genoot de bescherming van de Duitse keizer zelf. Klachten en rechtszaken hadden geen enkel effect. Daardoor bleven de duiten uit Reckheim naast de officiële koperen munten circuleren, vooral in Utrecht en Friesland.

In 1702 werd echter door Holland een nieuw type duit ingevoerd, die groter en zwaarder was dan de oude. De waarde van die oude én de valse werd verlaagd tot een halve duit. Andere provincies volgden met nieuwe typen duiten. Door het grotere gewicht en de betere uitvoering had het voor Reckheim geen zin meer om slechte imitaties te slaan.

Hoewel vaststaat, dat onze duit een vervalsing is van de Utrechtse, is het niet eens voor 100% zeker dat deze in Reckheim is geslagen. Want het succes van de valsemunterij van het graafschap heeft namelijk ook ‘gewone’ valsemunters aangestoken, die op hun beurt weer vervalsingen van Reckheimse duiten zijn gaan maken… (Tekst Wim van Horssen, determinatie Martin van Rijn, foto Joanneke van den Engel-Hees)

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter