Vandaag een nieuwe Groentip van Stadsbeheer: ‘In een rommelig nestje van gras of rietstengels broedt de Rietgors op vier of vijf kleine eitjes. Dat doen ze twee weken lang, dan komen de eitjes uit. Beide ouders zijn dan druk bezig om in het riet insecten te vangen voor hun jongen. Na ruim een week kunnen de jonge rietgorzen al vliegen.

De Rietgors is één van de bekendste gorzen in Nederland. Het is een vrij onopvallend vogeltje, maar de mannetjes kunnen in het voorjaar gemakkelijk gezien worden in de toppen van struiken en in het riet. De mannetjes lijken op de huismus met hun zwarte kopje en keel, witte halsband en dunne witte baardstreep. In het najaar en de winter verdwijnt het zwart grotendeels en dan lijken ze meer op de vrouwtjes en de jonge vogels.

Je kunt ze in vele verschillende leefgebieden vinden, van moerassen tot kwelders en van boerenland tot rietrijke gebieden met sloten en kanalen. Vooral in de waterrijke gebieden in Laag-Nederland zijn ze massaal te vinden. Tijdens het broedseizoen eten Rietgorzen insecten, maar buiten het broedseizoen eten ze vooral rietzaden. Een deel van de Nederlandse rietgorzen trekt na de zomer weg naar het zuiden om in het vroege voorjaar, vanaf eind februari, weer terug te komen. Een ander deel blijft ook in de winter in Nederland. Ze zitten vaak hoog in een struik of rietstengel te zingen en zijn dan niet moeilijk te spotten. Maar deze rietgorsman aan de Nicolaas Beetslaan in Voorburg nu even niet. Hij heeft helemaal geen tijd om te zingen. Nu is hij even heel druk met het voeren van zijn kroost’.