Nieuws
De Vondst van de Week (23): speelkoten

Bij de opgraving van de archeologische werkgroep in 1992 in de Schoolstraat achter bakkerij Klink werden twee speelkoten gevonden. Een speelkoot is de eerste teenkoot (phalanx prima) van een rund of varken, waarmee een spel werd gespeeld.

Er zijn allerlei spelen met koten bekend, maar met de gevonden koten is zonder twijfel gekegeld. Voor dit spel werden de speelkoten geplaatst op de kant met de vier heuveltjes. Daarbij steunden ze meestal tegen een muur of traptrede. Deze in een rij opgestelde koten moesten dan vanachter een lijn met een werpkoot worden omgegooid.

De werpkoot werd verzwaard om er beter mee te kunnen gooien. Daarvoor werd er een gat in geboord, dat werd gevuld met lood of een ander metaal. Ook werden er wel spijkers ingeslagen om de koot te verzwaren. Een van de twee gevonden koten heeft inderdaad zo’n uitgeboorde holte, waardoor hij herkenbaar is als werpkoot. De inhoud ervan is echter verdwenen. Het lood werd er namelijk soms weer uitgehaald om te smelten en te hergebruiken.

Op beide koten is aan de bolle kant een merkteken ingekrast. Op de werpkoot is dat een zandloperachtige figuur met twee dwarsstreepjes. Op de ‘gewone’ koot een langwerpige rechthoek met ongeveer tien dwarsstreepjes. Wat de bedoeling van die krassen is, is niet duidelijk. Mogelijk waren het eigendomskenmerken, maar ze kunnen ook gediend hebben voor het tellen van de punten. Dat laatste ligt voor een werpkoot echter minder voor de hand.

Volgens het oude rijmpje ”Het koten is een zoet vermaak / voor jongens, maar geen meisjeszaak”, hielden vooral jongens zich met dit spel bezig. Een favoriete plek voor het spel was de kerk met zijn vlakke vloer. Reden voor menig gemeentebestuur om het kootspel in de kerk te verbieden. (Tekst en foto’s: Wim van Horssen)

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter