Waarnemers hebben bij de verkiezingen voor Provinciale Staten en de Waterschappen op 15 maart in 27 procent van de gevallen onregelmatigheden geconstateerd op de stembureaus en bij het tellen van de stemmen. Ze waren ook in Leidschendam-Voorburg actief. Dat blijkt uit een rapport van het Burgerinitiatief controle verkiezingen. Het initiatief had door het hele land 1120 waarnemers.
Volgens het Burgerinitiatief waren de tellers, stembureauleden en voorzitters van stembureaus slecht op de hoogte van de Kieswet of de protocollen van de Kiesraad ‘met niet zelden een eigen, foutieve interpretatie van de regelgeving tot gevolg’. In strijd met de Kieswet en protocollen van de overheid, zijn controleurs belemmerd om het telproces te observeren en het proces-verbaal (PV) in te zien en/of te fotograferen.
Op basis van de meldingen van waarnemers constateert het Burgerinitiatief steeds terugkerende problemen: afwijking van de (tel)protocollen inclusief afwijking van het 4-ogen principe bij het tellen; gebrek aan tellers; vermoeidheid onder tellers; niet te achterhalen telfouten; afwijking van het protocol bij opmaak van het proces-verbaal; het door tellers en stembureauleden (inclusief de voorzitter) uiten van een politieke voor- dan wel afkeur.
Voorts bleek dat stembureauleden regelmatig aangewezen ambtenaren waren, elkaar goed kenden, familie van elkaar waren of al jarenlang invulling gaven aan de werkzaamheden op het stembureau. Dat mag op zich maar kent wel risico’s aldus het Burgerinitiatief: innige banden en een herhaalde aanstelling leidt tot tunnelvisie, vastgeroeste handelingen, verkokering en groepsdenken. Er werd ook gemeld dat de voorzitter of stembureaulid zelf politiek actief is in de desbetreffende gemeente.
In 60 procent van de gevallen werd geconstateerd dat het hele proces niet vlekkeloos verliep. Waarnemers ondervonden in 58,9 procent van de gevallen problemen bij het inzien van processen-verbaal en het fotograferen ervan. Veertig procent ondervond tegenwerking bij het willen bijwonen van de openbare zitting van het gemeentelijk stembureau.
44 procent van de stembureauleden bleken bekenden van de voorzitter. Politieke voor- dan wel afkeur werd in 19,3 procent van de gevallen geuit. In 30,8 procent van de gevallen waren voorzitters dan wel leden van het stembureau ambtenaren.
Wat Leidschendam-Voorburg betreft staan er twee waarnemingen in het rapport: stembureau Piet Heijnstraat Leidschendam en Raadhuis Leidschendam. In het eerste geval bleken stemcontainers ‘s ochtends niet te zijn afgesloten, werden ‘s avonds ingevulde stembiljetten en blanco exemplaren gemixed, en stelde de voorzitter voor om maar één keer te tellen in plaats van 2 keer omdat het al laat werd. In het Raadhuis werd de waarnemer bij één van de twee stembureaus daar gemaand te gaan zitten en te zwijgen, het proces-verbaal mocht niet gefotografeerd worden en er werd een verkeerde kieslijst voor de waterschapsverkiezing uitgereikt.
Leidschendam-Voorburg was de laatste gemeente in Nederland die de verkiezingsuitslag bekend maakte. Tien van de 35 processen-verbaal die stembureaus opmaakten klopten niet. Er moesten hertellingen plaats vinden. omdat het aantal genoteerde stemmers niet overeen kwam met de uitgebrachte stemmen.