Nieuws
Wethouder schreef stuk over toekomst regio

Wethouders van gemeenten in de Haagse regio hebben ‘op eigen initiatief en ongevraagd’ een stuk onder de titel ‘Ruimtelijke puzzel Haagse regio’ aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gezonden. Namens Leidschendam-Voorburg deed wethouder Philip van Veller (VVD) mee. De andere gemeenten zijn Den Haag, Delft, Midden Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer. Het stuk is niet binnen B&W aan de orde geweest en ook niet aangeboden aan de gemeenteraad. Het document bevat de nodige beleidsmatige keuzes.

‘De Haagse regio functioneert op veel terreinen als één samenhangend gebied: uitdagingen en kansen zijn gemeentegrens overschrijdend. Gezamenlijk wordt gewerkt aan de Haagse regio van de toekomst’, zo staat in het stuk. ‘Juist omdat veel vraagstukken en kansen de gemeentegrenzen overschrijden, heeft de Haagse regio besloten om zelf ook de ruimtelijke puzzel voor de regio te gaan leggen. Dat heeft geresulteerd in een document dat de kracht van de regio beschrijft en aangeeft wat de opgaven zijn waar we de komende jaren als gezamenlijke overheden voor staan. Ook zijn de tien grootste dilemma’s en oplossingsrichtingen voor de regio beschreven, die alleen gezamenlijk verder kunnen worden gebracht’.

In het stuk staat dat ‘hoogdynamische gebiedsontwikkelingen’ als gezamenlijke regionale opgave bestempeld moeten worden. Die zijn aangeduid als Nieuw rood, paars en groen:

= Nieuw rood: combinatie van wonen, werken, voorzieningen, natuur, water, recreatie en onderwijs/onderzoek. Waar? Op grote schaal in de centrumgebieden van Den Haag, Delft, Zoetermeer en Rijswijk en zone A12 Voorburg; op kleinere schaal: de centrumgebieden van de andere steden en dorpen,

= Nieuw paars: combinatie van productie, diensten, glastuinbouw, onderwijs en R&D. Waar? Campus Westland; Campus Delft-Zuid; CID Den Haag; Dutch Innovation Park Zoetermeer; Plaspoelpolder en Campus At the Park Rijswijk; Omgeving station Laan van NOI Den Haag/Voorburg,

= Nieuw paars: combinatie van landbouw, natuur, water en recreatie. Waar? Midden-Delfland; Het gebied dat van Delft tussen Nootdorp en Pijnacker tussen Leidschenveen en Zoetermeer langs Leidschendam richting Wassenaar loopt; De zone tussen Den Haag en Westland; De Vlietzone.

De tien dilemma’s waarover gerept wordt zijn: 1. Drink- en gietwaterbeschikbaarheid op orde brengen; 2. Krachtig en robuust groenblauw-netwerk realiseren; 3. Bestaande wijken toekomstbestendig maken; 4. Duidelijkheid geven over de energievoorziening; 5. Samen voorzieningen realiseren; 6. Regionaal ruimte voor werk maken; 7. Voor het hele gebied een dekkend divers mobiliteitsnetwerk; 8. Kustverdediging de ruimte geven; 9. Streven naar innovatieve en verbonden glastuinbouw; 10. Omschakelen naar een circulaire Haagse Regio (geen afval meer).

Per dilemma wordt aangegeven wat de regio er zelf aan kan doen:

1. Sterk inzetten op besparing: Beschermen en benutten bestaande waterwingebieden in de duinen; Aanwijzen zoekgebieden drinkwaterwinning: nieuwe locaties buiten de duinen; Ontwikkelen groenblauwe gebieden (recreatie, biodiversiteit, waterberging). Zoekgebied hiervoor is de overgangszone van Nationaal Park Hollandse Duinen; Benutting brak grondwater en vergroten zoetwatervoorraad.

2. Regionaal uitwerken Nationaal plan landelijk gebied; Fondsvorming; Bij gebiedsontwikkelingen die ten koste gaan van groen/blauwe gebieden compensatievergoeding meenemen; Beleidskaders ontwikkelen voor klimaatadaptatie in de steden, stadsdelen en wijken (voldoende bergings- en vasthoudmaatregelen voor hemelwater, voldoende groene en koele plekken op loopafstand van woningen).

3. Wijken aanwijzen die toekomstbestendig gemaakt worden (zoals bijvoorbeeld Sterk voor Noord in Leidschendam, Wijkaanpak Den Haag Zuidwest in Den Haag en Gebiedsprogramma Meerzicht in Zoetermeer); Verduurzaming van de bebouwing (stimuleren van zonnepanelen op daken en aardgasvrij maken van wijken); Waar mogelijk bebouwing toevoegen met (middeldure) woningbouw en ruimte voor voorzieningen en werken; Klimaatbestendig maken van de buitenruimte, verminderen van de verharding, vergroenen, voorrang geven aan langzaam verkeer; Kiezen voor andere parkeeroplossingen in samenhang met het stimuleren van andere mobiliteit om het ruimtebeslag van de auto minder groot te maken.

4. Stimuleren verduurzaming van de bestaande woningvoorraad, met name energielabels E, F en G. B; Uitwerken ruimtelijke visie voor de energievoorziening (warmte en elektriciteit) inclusief inpassing van de noodzakelijke bovengrondse voorzieningen; In gesprek met de netbeheerders een planning uitwerken voor ingrepen; Afstemming tussen gemeentes over lokale energiestrategieën.

5. In gebiedsontwikkelingen ruimte voor voorzieningen opnemen en realisatie vastleggen; Fondsvorming; Opzetten regionaal fonds voor maatschappelijke voorzieningen; In omgevingsplannen voldoende ruimte bestemmen/ beschikbaar houden voor voorzieningen en op regionaal niveau voorzieningenstructuur afstemmen.

6. Beter benutten bedrijventerrein en dit regionaal afstemmen; (Tijdelijke) schuifruimte realiseren; Opstellen ruimtelijk-economische visie voor de regio; Actualiseren bestemmingsplannen/ omgevingsbeleid: ruimte borgen voor brede werkgelegenheidsgroei; Actieve bemiddeling bij (noodzakelijke) uit-/verplaatsing van bedrijven; Stroomlijnen uitgangspunten regionale gronduitgifte.

7. Meer budget voor investeringen Metropoolregio; Meer ambtelijke capaciteit nodig; Beleidsomslag nodig van betaalbaarheid van het netwerk openbaar vervoer naar dekking van het netwerk. Wijken aan de randen van de steden en het buitengebied zijn steeds slechter bereikbaar zijn. Dit maakt de mobiliteitstransitie daar moeizaam, zo niet onmogelijk; Beleidsomslag nodig nu het openbaar vervoer te kostbaar wordt voor doelgroepen die het niet breed hebben. Mobiliteit staat voor hen steeds meer onder druk. Doelgroepenvervoer is niet voor iedereen beschikbaar of draait voor een belangrijk deel op vrijwilligers.

8. Ontwikkelen van een visie voor een veilige kust. Dit om huidige functies, toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen en de waterveiligheid beter op elkaar af te kunnen stemmen; Opstellen van een eigen onderzoeksagenda.

9. Stimuleren en ondersteunen van de glastuinbouwcluster om te verduurzamen, innoveren en moderniseren; De tuinbouw wijzen op hun verantwoordelijkheid inzake energietransitie, klimaatadaptatie, duurzame waterhuishouding en biodiversiteit. Inzetten op bereikbaarheid, werkgelegenheid, scholing en huisvesting; Kennis als exportproduct neerzetten; Actief werken aan maatschappelijke verbinding met onze regio.

10. Bedrijven ondersteunen bij omschakeling naar circulair werken; Ruimte behouden voor bedrijven in hogere milieucategoriën; Uitvoering van Woonwerkakkoord (wonen op bedrijfsterrein), waarin ook afspraken worden gemaakt over bouwhubs; Opzetten van voorbeeldprojecten in wijken en buurten omschakeling naar een circulaire samenleving.

 

 

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter