Nieuws
De Vondst van de Week (32): een baardmankruik

Voor het serveren van dranken als melk en bier werden vroeger kannen van aardewerk gebruikt. Daarvan zijn bij opgravingen door de archeologische werkgroep heel wat fragmenten gevonden. Het gaat daarbij om kannen van steengoed, rood- en witbakkend aardewerk en faience (Delftsblauw). Vooral steengoedkannen waren vroeger populair. Doordat ze bij een zeer hoge temperatuur werden gebakken, waren ze waterdicht. Ze werden gemaakt in Duitsland en België.

De steengoedkannen werden gevormd op een draaischijf. Vervolgens werden ze soms nog bestreken met een dunne, ijzerhoudende kleipap (engobe). Daardoor kregen ze na het bakken glans. Vanaf de 15e eeuw werden de kannen vaak voorzien van zoutglazuur. Daartoe werd tijdens het bakken, dat drie dagen duurde, zout over het baksel gestrooid. Het resultaat was een sterk glanzende laag.

Een deel van de steengoedkannen werd vóór het bakken versierd door inkrassingen, stempels of appliques. Die decoratie kon bijvoorbeeld bestaan uit strepen, stippeltjes hartjes, medaillons, teksten en gezichtjes. De appliques werden apart in mallen gemaakt. Na droging werden ze met een dunne kleipap op de kannen vastgeplakt.

Een opvallende decoratie op de steengoedkannen is die van een man met een baard, die vanaf het derde kwart van de 16e eeuw verschijnt. Bij een opgraving bij een boerderij aan de Noortheylaan in 2000/2001 is een flink fragment van zo’n baardmankruik gevonden. Hierop staat in reliëf het hoofd van een man met een recht afgeknipte baard. De vorm van de baard en de scherpe afdruk wijzen op productie in het tweede deel van de 17e eeuw in Keulen of het daar vlakbij gelegen Frechen. Ook bij andere opgravingen in Voorburg en Leidschendam zijn stukken van baardmankruiken gevonden. (Tekst: Wim van Horssen; foto: Joanneke van den Engel-Hees)

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter