Nieuws
Geen actie tegen leegstaande winkels/horeca

B&W willen geen leegstandsverordening invoeren om de leegstand van winkel- en horecapanden aan te pakken. Dat blijkt uit antwoorden die wethouder Astrid van Eekelen heeft gegeven op vragen over CDA-gemeenteraadslid Lieke Muller.

‘Het is juridisch mogelijk om een leegstandsverordening in te voeren. De uitdaging is dat na een geruime tijd van aansporing en aanzegging, het enige pressiemiddel het aandragen van een geschikte huurkandidaat aan de eigenaar van het betreffende leegstaande pand is. De gemeente is echter niet het orgaan om geschikte huurders te werven en beschikt ook niet over een portefeuille met potentiële huurders dan wel over voldoende en ter zake deskundige ambtelijke capaciteit. Dit is ook de reden dat maar een zeer beperkt aantal gemeenten in Nederland een leegstandsverordening kent. Het gesprek aangaan met vastgoedeigenaren en ondernemers wordt vaak gezien als een betere weg dan dwingend optreden’, aldus de wethouder.

‘De gemeente is bij monde van de centrummanager structureel in overleg met de besturen van alle kernwinkelgebieden. Invulling van de leegstand is daarbij één van de gespreksonderwerpen. Beperkende factor daarbij is dat zowel ondernemers als gemeente geen zeggenschap hebben over de exploitatie van de panden. Bovendien kampen de horeca en retail landelijk met personeelstekorten/prijsstijgingen en staat exploitatie ook daardoor onder druk’.

B&W hebben geen lijst van winkel- en horecapanden die langer dan drie maanden leeg staan. ‘Drie maanden is in het huidige tijdsgewricht overigens bijzonder kort. Als de leegstand korter dan een half jaar duurt, wordt dat als frictieleegstand gezien. Frictieleegstand is nodig om een (vastgoed)markt goed te laten functioneren en ontstaat wanneer panden tijdelijk leegstaan als gevolg van verhuizing, verkoop of verbouwing. Vanaf één jaar leegstand wordt het als langdurig aangemerkt’.

De leegstand steeg in Leidschendam-Voorburg tussen 1 januari en 1 augustus van 3,6 naar 4,5 procent. Landelijk bleef die 6 procent. Gemeten naar vloeroppervlak was er landelijk een daling met 0,1 procent, in Leidschendam-Voorburg een stijging met 1 procent. Van Eekelen ontkent dat de toenemende leegstand in de gemeente in Damcentrum, het Huygenskwartier of de Julianabaan plaatsvond. Het betreft derhalve de Mall.

De wethouder stelt dat de gemeente in gesprek met de ondernemersfondsen over de levendigheid in de winkelgebieden en met vastgoedeigenaren over de invulling van panden. Verder wordt gewerkt aan het verminderen van de regeldruk voor ondernemers. Ook stimuleert en faciliteert de gemeente ondernemers die hun pand(en) willen verduurzamen. De gemeente kijkt of en waar de openbare ruimte in de winkelgebieden kan worden vergroend. Tot slot zullen geplande ingrepen in de kernwinkelgebieden zorgen voor een toename in aantrekkelijkheid en daarmee toekomstbestendigheid’.

 

 

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter