Nieuws
Bestuurders Schouten b.v. en holding vrijuit

De bestuurders van de op 8 oktober 2019 failliet verklaarde Schouten b.v en Schouten holding b.v. kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor onbehoorlijk bestuur. Er is ook geen sprake geweest van ‘paulianeus handelen’: rechtshandelingen om schuldeisers te benadelen. In de administratie van beide ondernemingen zijn geen onregelmatigheden aangetroffen.

Dat stelt curator mr. B. Tideman in zijn laatste verslagen over de afwikkeling van beide faillissementen. Volgens de curator is de administratie volledig en juist. De bestuurders hebben al zijn vragen adequaat en juist beantwoord. Ten tijde van het faillissement waren de bedrijven betrokken bij een groot aantal woningbouwprojecten, ook in Leidschendam-Voorburg.

Over de oorzaken van het faillissement schrijft de curator: ‘ De financiële problemen van de gefailleerde vennootschappen vinden blijkens opgave van de bestuurders hun oorsprong in de vastgoedcrisis. De verlieslatende exploitatie zou destijds tot een liquiditeitstekort hebben geleid, dat kon worden opgevangen door het uitstel van betaling dat door de fiscus zou zijn verleend en gedeeltelijk zou zijn gedoogd’.

‘In 2017 zou door de fiscus zijn aangekondigd dat de fiscale schuld volledig diende te worden afgebouwd. Een gedeelte daarvan kon worden ingelost door het aantrekken van geldleningen. De aflossing zou echter ook tot een forse inperking van het werkkapitaal hebben geleid, waardoor de crediteurendruk zou zijn toegenomen’.

‘Dit leidde volgens de bestuurders tot discussies met onderaannemers en toeleveranciers, waardoor werken vertraging zouden hebben opgelopen. Door de vertragingen op de werken zouden de kosten toegenomen zijn (waardoor de marges afnamen). Bovendien zouden bouwtermijnen zijn overschreden, waardoor forse boetes verschuldigd zouden zijn geworden’.

‘In 2019 verstreek de looptijd van de financieringen die waren aangegaan om de belastingschuld af te lossen. Er zou zijn getracht een gegadigde te vinden voor overname van gronden en projectontwikkelingsposities in eigendom van Schouten & De Jong Projectontwikkeling B.V. Deze vennootschap is niet economisch of juridisch verbonden aan de gefailleerde vennootschappen, maar heeft dezelfde bestuurders en aandeelhouders’.

‘Beoogd werd om door middel van verkoop van ontwikkelposities vanuit Schouten & De Jong Projectontwikkeling B.V. liquide middelen vrij te maken, zodat deze konden worden aangewend om het liquiditeitstekort bij de gefailleerde vennootschappen te financieren. Vanwege de steeds nijpende wordende liquiditeitspositie was de tijd volgens opgave van de bestuurders uiteindelijk tekort om tot een verkoop te kunnen komen en hebben de vennootschappen op 3 oktober 2019 een verzoek tot surseance van betaling moeten doen’.

‘Deze surseances van betaling werden op 4 oktober 2019 verleend met bepaling van een afkoelingsperiode van twee maanden. Op 8 oktober 2019 is door de bewindvoerder verzocht de surseances van betaling van de vennootschappen in te trekken onder het gelijktijdig uitspreken van de faillissementen’.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter