Nieuws
Plan van aanpak Binckhorsttram

Een door de gemeente Den Haag te maken Omgevingsplan Binckhorst 2.0 gaat het planologisch-juridisch kader vormen voor de tramverbinding Den Haag CS – Station Voorburg met aftakking naar Rijswijk-Delft. Het plan zal eind volgend jaar uit komen. In het voorjaar van 2024 dienen de belangrijkste (technische) uitgangspunten van de tramverbinding aangeleverd te worden bij voor het kunnen uitvoeren van de benodigde milieuonderzoeken (MER).

Dat staat in het Plan van aanpak plannings- en studiefase voor de tramverbinding. In het najaar van 2025 moet de definitieve Projectbeslissing vallen bij een beraad tussen rijk, provincie, metropoolregio en de gemeenten Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk.

In het Plan van aanpak staan wat Voorburg betreft de volgende passages:

= Maanweg–Station Voorburg. Op de Maanweg wordt de trambaan zo veel mogelijk aan de zuidkant voorzien, buiten en/of naast de gemeentelijke ecologische verbindingszone (met uitzondering van de haltes). Bij de verdere uitwerking dient rekening te worden gehouden met herinrichting van het hele wegprofiel en inpassing buiten de ecologische zone. Tussen de Maanweg en Station Voorburg loopt de baan langs de Huygenstraverse (spoorbaan). Hier is het van groot belang dat Opa’s Veldje en de Scouting Livingstone Miriam behouden blijven, evenals zoveel mogelijk van het aanwezige groen. Dit betekent dat er zoveel mogelijk ruimte gezocht moet worden aan de kant van het spoortalud. Daarbij is er aandacht nodig voor de effecten op de aanwezige waterpartijen langs het spoortalud. Voor de aanlanding bij station Voorburg wordt op het Stationsplein op maaiveldniveau een halte voorzien, waarbij (deels) gebruik kan worden gemaakt van de bestaande tramsporen op het plein,

= Binckhorstlaan–Rijswijk/Delft. In het Voorburgse deel van de Binckhorstlaan is de baan voorzien in een midden ligging. In dit gedeelte van het tracé zitten veel zorgen over leefbaarheid en verkeersveiligheid. Er is voorzien in een reconstructie van de weg van erfgrens tot erfgrens, waarbij maximale kwaliteit van leefomgeving nagestreefd wordt. Aandachtspunt is het trafohuis dat nabij de kruising Binckhorstlaan-Prinses Mariannelaan staat. Dit trafohuis kan niet gehandhaafd blijven en dient verwijderd/verplaatst te worden. In de Prinses Mariannelaan, op de Geestbrug en de Geestbrugweg rijdt de tram gemengd met overig verkeer. Ook hier zijn zorgen over leefbaarheid en verkeersveiligheid en is een reconstructie van erfgrens tot erfgrens voorzien.

In de Prinses Mariannelaan richting de Laan van Middenburg en verder liggen op dit moment nog tramsporen. Er is nog geen duidelijkheid over de toekomst van deze sporen na realisatie van de tramverbinding. In de kostenramingen is geen rekening gehouden met het verwijderen van deze sporen. Wel is voorzien dat ook dit gedeelte van de Prinses Mariannelaan gereconstrueerd wordt om de verkeersveiligheid en leefbaarheid te verbeteren.

Om de hoeveelheid verkeer op de route Prinses Mariannelaan – Geestbrugweg te verminderen, is voorzien dat verkeersbeperkende maatregelen getroffen worden, bijvoorbeeld door het leggen van een ‘knip’ voor het autoverkeer op de Geestbrug. Deze maatregel behoeft nog uitwerking om alle effecten (ook de negatieve) goed in beeld te krijgen. Er moet worden onderzocht of een knip hier kan, zo nodig dient een knip op een andere locatie of andere maatregelen onderzocht te worden om hetzelfde effect (reductie van autoverkeer) te kunnen bereiken.

Een ander aandachtspunt omvat de Geestbrug. Hier spelen twee zaken: de provincie heeft renovatiewerkzaamheden voorzien (waarbij onder andere de smalle ligging van de sporen in relatie tot de betrouwbaarheid van de tramexploitatie een rol speelt). Daarnaast wordt door de metropoolregio onderzoek gedaan naar een metropolitane fietsroute over de Geestbrug. Het toevoegen van deze functie op het huidige brugdek is niet mogelijk door ruimtegebrek. Hiervoor dient een passende oplossing gevonden te worden.

In het Plan van aanpak wordt ook gesproken over (burger)participatie, het managen van de verlangens van belanghebbenden en communicatie. Dit alles onder de term ‘omgevingsspoor’.

‘Het plangebied is een diverse omgeving waar verschillende bewoners, bedrijven en overige belanghebbende partijen gezamenlijk van de (beperkte) openbare ruimte gebruik maken. Daarnaast is er sprake van meerdere lopende en toekomstige ontwikkelingen in het plangebied zelf en de nabije omgeving. In de bestuursovereenkomst zijn partijen overeengekomen dat de omgeving open en transparant benaderd wordt en dat in alle fasen van het project ingezet wordt op participatie met de omgeving.

De activiteiten binnen het omgevingsspoor dienen als middel om 1) draagvlak te creëren; 2) input op te halen voor het ontwerpproces en 3) risico’s, kansen, wensen en bedreigingen vanuit en naar de omgeving te identificeren en op juiste wijze een plek te geven in de aanpak en uitwerking van het project. Hierbij is het wenselijk gebruik te maken van de kennis, die bewoners en bedrijven van het gebied hebben.

Het omgevingsspoor valt grofweg uiteen in drie onderdelen: Participatie; Stakeholdermanagement; Communicatie. Voor de gedetailleerde aanpak van het omgevingsspoor is voorzien dat er bij de start van de planning- en studiefase een apart omgevings- en participatieplan opgesteld wordt. Hierin worden de benodigde werkzaamheden verder uitgewerkt en voorzien van een passende aanpak, fasering en planning’.

 

 

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter