Om eten of drinken warm te houden werd vroeger een komfoor gebruikt gevuld met gloeiende kooltjes. Zo’n komfoor of rechaud heeft nokken waarop een pot, een pan of een ketel kon worden gezet en. In de wand zitten gaten voor de toevoer van zuurstof. Ze bestonden in metaal en in aardewerk. De aardewerk komforen waren eerst schaalvormig, maar ze ontwikkelden zich in de loop der tijd tot een cilindervorm. In de 19e eeuw kreeg het komfoor concurrentie van het petroleumstel.
Bij verschillende opgravingen in Voorburg en Leidschendam zijn door de archeologische werkgroep fragmenten van komforen van aardewerk gevonden. Ze waren allemaal van roodbakkende klei gemaakt. In één geval waren er voldoende fragmenten om ze met wat aanvulling samen te voegen tot een geheel. Dit komfoor is mogelijk gemaakt in Bergen op Zoom in de 18e of 19e eeuw. (Tekst en foto’s: Wim van Horssen)