Nieuws
Harde woorden over minimabeleid

De PvdA wil nu actie van de gemeente om inwoners die vechten tegen armoede en zich daarbij in de steek gelaten voelen door de gemeente, zo spoedig mogelijk te helpen. Daarmee moet niet gewacht worden op het formuleren van een nieuw minimabeleid. Het huidige beleid is niet goed genoeg terwijl het gaat om een prangend probleem.

Dat betoogde PvdA-gemeenteraadslid Becir Ogric tijdens een beraad in een commissie van de gemeenteraad over aanbevelingen van de zogenoemde Rekenkamercommissie over het minimabeleid. Ogric beriep zich daarbij op informatie die de PvdA van inwoners zelf heeft ontvangen.

Ogric’ betoog viel niet in goede aarde bij D66-gemeenteraadslid Mahjoub Mathlouti. Die zei het beeld dat de PvdA’er schetste niet te kunnen plaatsen. Hij sprak over een figuurlijke middelvinger die Ogric richting van ambtenaren die de steun voor de minima regelen, opstak. Mathlouti wees er verder op dat de PvdA zelf in coalities had gezeten die het beleid uitstippelden.

‘Wie krijgt er dan geen hulp’, zo wilde Mathlouti weten. Ogric reageerde daarop het de stelling dat het ging om een ‘standaard reactie’ van zijn D66-collega. Die verweet Ogric daarop ingestudeerde teksten af te draaien en wel op een ‘heel vervelende toon’.

Mathouti daagde Ogric uit concreet aan te geven welke minimaregelingen nog verbeterd kunnen worden, hoe dan en voor wie. De PvdA’er sprak vervolgens over ‘uitstelgedrag’. Volgens hem is het wachten op nieuw beleid een excuus; een belofte daar waar nu daden nodig zijn.

Diverse raadsleden van andere partijen hekelden de toon waarop het debat werd gevoerd. Verantwoordelijk wethouder Philip van Veller gaf te kennen dat er nu al geprobeerd wordt het beleid te verbeteren. Voorstellen voor het nieuwe beleid volgen in de eerste helft van 2024.

De wethouder erkende dat er een probleem is rond de bekendheid van regelingen. Tegelijk stelde hij dat het vinden van de mensen voor wie ze bedoeld zijn, erg moeilijk is. ‘Je weet niet wat je niet weet’.

Van Veller ontkende dat er een cultuur afwijzen wordt gehanteerd. Er wordt juist door maatwerk getracht eenieder zo goed mogelijk te helpen. Dat moet echter wel binnen wettelijke kaders gebeuren. Zo ontkomt de gemeente er niet aan bewijslast te vragen aan degenen die om steun verzoeken. Dat moet wettelijk gezien en door de accountant van de gemeente. De rechtmatigheid van uitgekeerde steun moet vast staan.

De Rekenkamercommissie concludeerde dat er een compleet minimabeleid met te behalen doelen is. Inwoners die gebruikmaken van de minimaregelingen zijn er blij mee. Volwassenen missen een aantal minimaregelingen voor henzelf. Het bereik van de minimaregelingen is redelijk stabiel. Er worden echter nog veel mensen niet bereikt die wel in aanmerking zouden komen voor de regelingen.

De minimaregelingen zijn bekender bij inwoners met kinderen en/of met een bijstandsuitkering, dan bij inwoners zonder kinderen en/of inwoners met een laag ander inkomen dan bijstand. Inwoners hebben moeite met de hoeveelheid aan te leveren informatie om de ondersteuning te ontvangen; zeker als inwoners minder digitaal vaardig zijn of geen bijstandsuitkering hebben.

De jaarlijkse her-aanvragen voor sommige minimaregelingen veroorzaken stress en onbegrip bij inwoners. Inwoners vinden dat de consulenten in Leidschendam-Voorburg niet klantgericht en vaak onbereikbaar zijn voor inwoners of hulpverleners. Ze ervaren weinig ruimte voor maatwerk. Ook al bestaan er wel doelen in het beleid het is moeilijk om op realisatie van de gestelde doelen te sturen.

 

 

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter