Nieuws
Peter van der Ploeg leest: Russische geschiedenis in 150 ooggetuigenverslagen

Wie zou doen alsof er geen negatief reisadvies bestaat voor Rusland, naar Moskou vliegt en de Tretjakovgalerij binnenwandelt, loopt grote kans oog in oog te komen staan met een van de meest indrukwekkende schilderijen van Ilja Repin: ‘Processie in het Gouvernement Koersk’. Het bijna drie meter brede doek toont het jaarlijkse overbrengen van de Onze-Lieve-Vrouwe van Koersk, een van de beroemdste iconen van Rusland, van haar klooster naar de stad. Voorop gaat de icoon, gedragen door priesters en leken, gevolgd door wat op het eerste oog een onafzienbare en chaotische mensenmassa lijkt. Maar schijn bedriegt, Repin heeft het tafereel heel zorgvuldig gecomponeerd. Bij nadere beschouwing blijkt de voorstelling een staalkaart te zijn van de Russische bevolking. Heel zichtbaar zijn priesters, boeren, burgers, invaliden, ambtenaren en soldaten, de laatsten met sabel of wapenstok enige orde handhavend indien nodig. In de kern is het schilderij eigenlijk vooral een portret van het Russische volk, geschilderd kort na 1880.

In die laatste decennia van de negentiende eeuw veranderde er veel voor de bevolking van Rusland. Het belangrijkst was de afschaffing geweest, in 1861, van de lijfeigenschap. Dat was voor velen de eerste stap naar een groter zelfbewustzijn en besef van eigenwaarde. Maar ook voor wie tot dan toe hadden geprofiteerd van de oude wetten  – de adel en de boerenstand – schudde de wereld op haar grondvesten. Het gevolg was een sociale onrust die eerst zou leiden tot wat kleinere opstanden en uiteindelijk tot de revolutie van 1917.  Maar in de jaren waarin Repin zijn meesterwerk schilderde, van 1881 tot 1883, lag dat nog in het verschiet. Wat hij de beschouwer wilde meegeven was het besef dat het volk door haar omvang een immense kracht vormde die met de jaren alleen nog maar zou toenemen. En ook dat dit volk, hoe verschillend mensen ook dachten over zaken, het over één ding vrijwel altijd eens was: het geloof. Dat was leidend.

Repins schilderij siert de cover van ‘Dit volk heeft zijn god op aarde. Ooggetuigen van de Russische geschiedenis. Aan de hand van ruim 150 dagboekfragmenten, brieven en journalistieke reportages bieden samenstellers Eva Peek, Hans Driessen en Michel Krielaars daarin een heel persoonlijke wandeling door een kleine duizend jaar Russische geschiedenis. Van een beschrijving van de herbegrafenis van abt Feodosi in Kiev, in 1091 opgesteld door een anonieme monnik, tot aan het verslag van het jongetje Vitali, die in maart 2023 door de troepen van Vladimir Poetin werd ontvoerd uit bezet gebied in Oekraïne om in Rusland te worden heropgevoed. Het Internationaal Strafhof vaardigde als antwoord op deze praktijk eerder dit jaar een arrestatiebevel uit tegen Poetin.

De Russische geschiedenis is fascinerend maar bloeddorstig. Er trekt, zeker in vroeger eeuwen, een stoet aan moordpartijen aan je voorbij. Grootvorsten, patriarchen en zelfs tsaren maken er zich schuldig aan. Naast wreedheid is ook klungeligheid een terugkerende karaktertrek. Toen in 1894 tsaar Alexander III stierf, was zijn zoon Nicolaas voorbestemd hem op te volgen. Grootvorst Sandro Romanov, zijn zwager, schrijft: ‘Voor de eerste en laatste keer in mijn leven zag ik tranen in zijn blauwe ogen. Hij nam me bij de arm en voerde me naar beneden naar zijn kamer. {…] Hij kon zijn gedachten niet op een rij krijgen. Hij wist dat hij vanaf nu de keizer was, en het gewicht van dit beangstigende feit verpletterde hem. “Sandro, wat moet ik doen?”, riep hij pathetisch. “Wat gaat er met me gebeuren, met jou, met Xenia, met moeder, met heel Rusland? Ik ben er niet op voorbereid om tsaar te zijn. Ik heb nooit tsaar willen worden. Ik weet niets van regeren. Ik heb er zelfs geen idee van hoe ik tegen ministers moet praten”.’ Het vervolg kun je uittekenen.

De revolutie van 1917 van binnenuit volgen is soms heel verhelderend. En uitermate wrang wanneer na 1929, als Iosif Stalin feitelijk alleenheerser is geworden, de Grote Terreur uitbreekt. De oprechte idealen van de revolutionairen van het eerste uur zijn niets meer waard. Het hebben van dergelijke idealen is nu zelfs levensgevaarlijk.

De wijze waarop de rector van de universiteit van Moskou in 1946 het academisch jaar opent zou je dolkomisch willen noemen, was het niet zo triest: ‘Vandaag is het een nieuwe glorieuze dag in het leven van het Sovjetvolk. In iedere instelling van hoger onderwijs in dit hele prachtige land beginnen we het nieuwe academische jaar om onze horizon te verbreden onder de wijsheid en leiding van kameraad Stalin.’ Na de ellenlange speech van de rector volgen de hoogleraren. Bij hen is Stalin achtereenvolgens de Grootste Wetenschapper Aller Tijden, het grootste militair genie, de grootste filosoof, de grootste historicus, de grootste bioloog en de grootste medicus. Kortom: Stalin had de goddelijke status bereikt. De Poolse student die dit noteert vraagt zich wel in een bijzin af of iedereen het echt gelooft, of gewoon bang is.

Het kan gekker. Pas écht genoot ik bij de geheime notulen van de vergaderingen van het Politbureau, de opperste macht in de Sovjet-Unie. Daarvan zijn er drie in het boek opgenomen: uit 1956, wanneer Nikita Chroesjtsjov de wandaden van de kort ervoor overleden Stalin publiekelijk aan de kaak wil stellen tijdens het Twintigste Partijcongres; idem in 1964, wanneer de overige leden van het bureau Chroesjtsjov willen dumpen; en de beraadslagingen uit 1974 over de vraag of de schrijver Aleksandr Solzjenitsyn gevangen moet worden gezet of verbannen. Onder voorzitterschap van Kameraad Brezjnev, en in aanwezigheid van onder anderen de Kameraden Andropov, Gromyko en Kosygin, worden uitvoerig de voor- en nadelen van iedere aanpak besproken. Het is verbijsterend te lezen dat deze leiders van een wereldmacht volkomen op zichzelf zijn gefocust, zich volstrekt niet afvragen wat de internationale politieke gevolgen van hun handelen zijn. Alsof de buitenwereld niet bestaat.

Er is nog veel meer in dit rijke boek. Al die stukjes over zaken uit het alledaagse leven. Al die teksten geschreven door bezoekende buitenlanders die zich verbazen of vrolijk maken over iets. En ook de afgelopen jaren ontbreken niet, met Aleksej Navalny en zijn medestrijders, met Oekraïne. De jaren waarin Vladimir Poetin steeds meer trekjes ging vertonen van een tsaar.

Hans Driessen, Michel Krielaars & Eva Peek / Dit volk heeft zijn god op aarde. Ooggetuigen van de Russische geschiedenis / 456 blz / Uitgeverij Pluim, 2023.

(Het besproken boek is de aanzienlijk uitgebreide versie van een uitgave uit 2007 die indertijd verscheen onder de titel ‘Ooggetuigen van de Russische geschiedenis’.)

 

 

 

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter