Voor het bewaren van levensmiddelen was men vroeger aangewezen op potten van aardewerk. Voorraadpotten zijn van alle tijden: van de prehistorie tot heden. En ze zijn er in velerlei soorten aardewerk: van roodbakkende klei tot porselein. Om er ook vochtige levensmiddelen in te kunnen bewaren, zijn ze doorgaans geglazuurd. Dat glazuur maakt ze ‘waterdicht’. Omdat glazuur vroeger duur was, beperkte men zich met glazuren vaak tot de binnenkant van de pot. Nadat dit goedkoper was geworden, werd ook de buitenkant geglazuurd.

Bij iedere opgraving worden potten gevonden, maar bijna altijd in scherven. Er zijn echter uitzonderingen, zoals de afgebeelde pot van steengoed met blauwe versiering aan de buitenkant, tegenwoordig bekend als ‘Keulse pot’. Deze pot werd door de archeologische werkgroep in Voorburg gevonden op het terrein tussen de Schoolstraat, de Herenstraat en de Voorhofsstraat. Op diezelfde plaats werden de scherven van de pot van roodbakkend aardewerk gevonden, die op drie pootjes staat, evenals de bodem van de tamelijk oude steengoed pot met een standring die ter versiering met de vingers is ingedrukt. (Tekst en foto’s: Wim van Horssen)