Spoorbeheerder ProRail onderzoekt de stabiliteit van de spoordijken: de verhoogde ondergrond onder het spoor. Dit is nodig om zeker te weten dat deze grond het groeiende treinverkeer aan kan. Voor een groot deel van Nederland is nu niet aantoonbaar dat de ondergrond geschikt is voor meer, snellere en zwaardere treinen.
John Voppen: ,,We rijden veilig of we rijden niet. Dat geldt ook als het gaat om de baanstabiliteit. Als het nodig is nemen we maatregelen. Dat doen we bijvoorbeeld tussen Delft en Schiedam. Het is dus veilig. Als er maatregelen nodig zijn nemen we die en verder gaan wij ons maximaal inzetten om de spoordijken gereed te maken voor de vraag van de toekomst.”
Het treinverkeer in Nederland groeit. Daarom is belangrijk dat het spoor op een stabiele ondergrond ligt. Zeker 80 procent van de spoordijken – ook wel baanlichamen genoemd – is meer dan 100 jaar oud. Het is onzeker of deze ondergrond de groei op het spoor aankan. De gevolgen van klimaatverandering hebben ook invloed op de sterkte van de spoordijken.
Om de huidige kwaliteit van de spoordijken in kaart te brengen wordt onderzoek gedaan. Een tiental geologen legde hiervoor de basis. Zij beoordeelden aan de hand van beschikbare gegevens ongeveer 2600 kilometer van de in totaal 3000 kilometer aan spoordijken. Voor een groot deel van de spoordijken blijkt dat er meer onderzoek nodig is om uitsluitsel te kunnen geven over de baanstabiliteit.
