Nieuws
Vlietland: ontwikkelaar stelt provincie in gebreke

Ontwikkelaar DLR heeft de provincie Zuid-Holland in gebreke gesteld daar waar het gaat om de geplande bouw van 222 recreatiewoningen in natuur- en recreatiegebied Vlietland. De provincie komt contractuele verplichtingen niet na, aldus DLR. De ontwikkelaar wordt daarbij gesteund door Recreatiecentrum Vlietland (RCV), pachter van de grond die in handen is van de provincie.

Bij de ingebreke stelling, gebaseerd op het burgerlijk wetboek, gaat het om het niet nakomen ‘van diverse verplichtingen uit de erfpachtovereenkomst van 16 december 2019 en de ondererfpachtovereenkomst van 5 november 2020’. De erfpachtovereenkomst werd gesloten tussen de provincie en RCV, bij de ondererfpachtovereenkomst gaat het om DLR.

In een brief aan Provinciale Staten stelt DLR: ‘Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland hebben in de afgelopen decennia allerlei besluiten genomen en overeenkomsten gesloten om het maatschappelijk rendement van het recreatiegebied Vlietland te verhogen, blijvend goed beheer en onderhoud te garanderen en het gebied gratis toegankelijk te houden. Uit in opdracht van de provincie uitgevoerde onderzoeken bleek onder meer dat voor het bereiken van deze doelstellingen kostendragers nodig waren. Op basis van adviezen van ter zake deskundigen en gevoerd overleg met alle direct betrokkenen is uiteindelijk overeenstemming bereikt over de verdere inrichting van Vlietland met allerlei nieuwe verblijfs- en dagrecreatieve voorzieningen, waaronder 222 recreatiewoningen. Dit alles is planologisch vastgelegd in een bestemmingsplan dat sinds 2010 onherroepelijk is’.

‘Om deze plannen ook daadwerkelijk te kunnen gaan realiseren zijn vele overeenkomsten gesloten die uiteindelijk resulteerden in een d.d. 16-12-2019 door de provincie voor 107 jaar gesloten erfpachtcontract tussen de provincie en R.C. Vlietland B.V. (RCV) voor de uitgifte van gronden in het (weinig door recreanten gebruikte) meest noordoostelijke deel van Vlietland. Op 5 november 2020 heeft RCV voor de realisatie van een waterrijk, groen, biodivers recreatiewoningenpark een ondererfpachtovereenkomst gesloten met (ervaren ontwikkelaars verenigd in) Dutch Lake Residence (DLR). De provincie heeft hier toestemming voor gegeven en de betreffende ondererfpacht overeenkomst mede ondertekend’.

‘Op grond van deze overeenkomsten heeft de provincie contractueel vastgelegde en daarmee juridisch bindende verplichtingen op zich genomen om diverse werken in het recreatiegebied Vlietland uit te voeren. Het betreft bijvoorbeeld het omleggen en vernieuwen van de Rietpolderweg, het aanleggen van openbare voet- en fietspaden, het verwijderen van bestaande verhardingen in het erfpachtgebied, het realiseren van openbare parkeerterreinen, de aanleg van stranden en het realiseren van een aarden wal. In de erfpachtovereenkomsten is bepaald dat een deel van deze verplichtingen direct na 16 december 2019 en het overige deel direct na 6 december 2021 uitgevoerd dienden te worden’.

‘Inmiddels is het januari 2024 en is de provincie nog geen één van deze verplichtingen nagekomen. RCV en DLR hebben de provincie in de afgelopen jaren vele malen aangeschreven om tot uitvoering van de werkzaamheden te komen en er hebben vele overleggen plaatsgevonden. Helaas heeft dit niet geleid tot nakoming door de provincie’.

DLR schrijft ‘op korte termijn’ te willen starten met uitvoeringswerkzaamheden in het terrein, maar ondervindt dat dit niet mogelijk is vanwege het feit dat de provincie haar verplichtingen nog steeds niet is nagekomen. Helaas heeft DLR zich zodoende genoodzaakt gezien om de provincie hiervoor formeel in gebreke te stellen’.

‘Het is zeer teleurstellend om wederom te constateren dat de provincie contractuele afspraken in relatie tot Vlietland niet nakomt. Naar aanleiding van het eerder jarenlang niet door de provincie nakomen van afspraken met betrekking tot Vlietland en overig door de provincie onbetamelijk gedrag hebben Statenleden op 13 en 20 februari 2019 gewezen op het grote belang dat er door de provincie hard gewerkt moet worden aan herstel van vertrouwen’.

‘In antwoord op Statenvragen hebben Gedeputeerde Staten d.d. 30-8-2022 geschreven dat de plannen voor Vlietland ‘onomkeerbaar’ zijn en dat: ‘in het coalitieakkoord is opgenomen dat de provincie een betrouwbare partner is voor andere overheden, onze inwoners en het bedrijfsleven en vanuit dat perspectief past het plan bij het coalitieakkoord’. Ondanks deze bemoedigende woorden komt de provincie contractueel vastlegde en daarmee juridisch bindende afspraken ook na vele aanmaningen wederom niet na en veroorzaakt daarmee schade’.

DLR eist dat de provincie nog voor 1 mei 2024 met de werkzaamheden start.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter