Ontwikkelaar DLR en het Recreatiecentrum Vlietland (RCV) staken het beheer van het deel van natuur- en recreatiegebied Vlietland waar in de toekomst 222 recreatiewoningen zouden moeten komen. De twee partijen aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor het niet uitvoeren van beheer in het betreffende gebied. In dat kader worden eventuele door RCV/DLR ontvangen aansprakelijk stellingen doorgestuurd aan de provincie en eventuele door RCV/DLR gemaakte kosten vanwege deze aansprakelijk stellingen en eventuele uitgekeerde schadeloosstellingen, verhaald op de provincie.
Dat blijkt uit een toelichting in de in gebreke stelling waarmee DLR, gesteund voor RCV, de provincie als eigenaar van Vlietland, hebben geconfronteerd. Zie Vlietnieuws https://vlietnieuws.nl/2024/01/24/vlietland-ontwikkelaar-stelt-provincie-in-gebreke/
DLR en RCV claimen dat zij het beheer sinds 16 december 2022 onder protest uitvoeren ‘om zodoende verstoringen in de openbare orde te voorkomen en zoveel als mogelijk de veiligheid van recreanten te borgen aangezien de provincie weigerde om nog beheer uit te voeren. Dit beheer is uitgevoerd hangende het zoeken naar een oplossing waaraan ook de provincie zich heeft gecommitteerd. De provincie heeft echter ondanks het overleg dat sinds 16 december 2022 plaatsvindt alle voorstellen afgewezen’.
De provincie had volgens DLR en RCV alle verhardingen (wegen, paden en parkeerterreinen) uit het recreatiewoningengebied moeten verwijderen. ‘Grondslag van het aangaan van de beheerverplichting voor erfpachter (RCV) en ondererfpachter (DLR) was dat bij het in beheer krijgen van het gebied de Rietpolderweg, de daarbij bijbehorende paden en de verhardingen in het gebied al verwijderd zouden zijn c.q. op korte termijn verwijderd zouden worden. Dat de verhardingen er nog steeds liggen, leidt tot onwenselijke toegankelijkheid in het gebied. Zo komen er geregeld illegale stortingen voor’.
‘Zouden de verhardingen verwijderd zijn en alleen de door RCV/DLR voorgestane tijdelijke routes door het gebied lopen, dan zou de beheertaak vele malen lichter zijn. Nu de provincie nog steeds niet heeft voldaan aan haar verplichtingen om de verhardingen te verwijderen, is het onredelijk bezwarend om het beheer over die onderdelen (waarvan in de erfpachtovereenkomst wordt uitgegaan dat die onderdelen verwijderd zouden zijn) bij RCV/DLR te leggen. Immers, als de afspraken uit de erfpachtovereenkomst tijdig door de provincie waren nagekomen, dan zouden de Rietpolderweg en bijbehorende paden niet onder beheer van erfpachter en ondererfpachter vallen omdat deze al zouden zijn verwijderd’.
Het stoppen met het beheer van het gebied loopt totdat de provincie aan de verplichting de verhardingen in het gebied te verwijderen, heeft voldaan, aldus DLR/RCV.