B&W hebben vorig jaar 17 miljoen euro uitgegeven aan het inhuren van experts die de gemeente zelf in het ambtenarenkorps niet heeft. Dat is twee miljoen euro meer dan in het eerste jaar van de coalitie VVD, GBLV, D66 voor dit doel werd uitgegeven. In het coalitieakkoord staan geen opmerkingen over de inhuur van externen. In de akkoorden van voorgaande coalities werd aangegeven dat men daarop wilde besparen.

In 2015 gaven B&W 6,5 miljoen euro uit aan de inhuur, in 2016 was dat 6,9 miljoen, in 2016 10,7 miljoen, in 2018 10 miljoen, in 2019 8,4 miljoen, in 2020 8,5 miljoen, in 2021 10,4 miljoen, in 2022 15 miljoen en in 2023 dus 17 miljoen euro.

In de gemeentelijke begrotingen staan maar enkele miljoenen euro’s per jaar ingeboekt voor de externe inhuur. In de jaarrekeningen worden nooit opmerkingen over de zaak gemaakt, noch wordt aangegeven hoe de extra uitgaven zijn gedekt (via de financiële reserves van de gemeente). De gemeenteraad heeft in de laatste acht jaren geen enkel inhoudelijk debat over het fenomeen gevoerd.

Van de 17 miljoen euro die in 2023 werd besteed ging 3,6 miljoen euro op aan de bedrijfsvoering van de gemeente. Andere grote uitgaveposten (afgerond) waren: afdeling werk, inkomen, jeugd en zorg 1,2 miljoen euro, afdeling maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkeling 789.000 euro, stadsbeheer 697.000 euro, afdeling werk en inkomen 668.000 euro, klantcontactcentrum 412.000 euro, locatie ontwikkeling 412.000 euro, griffie 382.000 euro, ruimtelijk beleid 332.000 euro, zorg 327.000 euro, inhuur bij projecten 310.000 euro.