Het cultuurbeleid van de gemeente gaat om. Was het beleid tot nu toe gericht op het aantrekken van mensen van buiten de gemeente, in de toekomst wordt het gericht op doelgroepen binnen de gemeente zelf. Bijvoorbeeld de jeugd (middels cultuureducatie) en hulpbehoevende inwoners. Het cultuuraanbod moet aansluiten bij de behoeften van de inwoners. Er komen prestatieafspraken met professionele culturele instellingen; voor het verstrekken van subsidies aan verenigingen en burgerinitiatieven komen criteria.
Dat blijkt uit de brief ‘Nieuwe koers cultuur: bereikbaar en aantrekkelijk voor meer inwoners’ die wethouder Marcel Belt aan de gemeenteraad heeft gezonden. Hij trekt niet meer geld uit voor cultuur, zo blijkt uit het stuk. De brief is bedoeld als aanzet tot het nieuwe cultuurbeleid.
Volgens Belt is het in 2015 geformuleerde cultuurbeleid niet meer toereikend. Er is in de maatschappij te veel veranderd. ‘Het college is voornemens om in de nieuwe cultuurvisie de nadruk te leggen op cultuureducatie en de sociaal-maatschappelijke waarde van cultuur, dit ondersteunt sociale cohesie, kansengelijkheid en maatschappelijke betrokkenheid’, stelt Belt. Hij werkt dat uit in vier pijlers:
= Pijler 1: Toegang tot cultuur voor iedereen en een culturele basis voor de jeugd. Het college vindt het belangrijk dat kunst, cultuur en erfgoed voor iedereen, jong en oud, laagdrempelig toegankelijk zijn. De aandacht gaat meer dan voorheen naar de ‘lichte cultuurgebruikers’ die uit zichzelf minder makkelijk de weg vinden naar culturele activiteiten. De cultuurvisie beschrijft ‘instrumenten’ om de toegankelijkheid voor iedereen te verbeteren en om de ‘lichte cultuurgebruikers’ te stimuleren om mee te doen,
= Pijler 2: Spreiding en nabijheid van cultuur. Cultuureducatie en -participatie versterkt de sociale basis: het geheel van sociale verbanden in de maatschappij. Daarom is spreiding en nabijheid van culturele voorzieningen belangrijk. Het moet voor iedereen – letterlijk – bereikbaar zijn. Het college wil met name voor kinderen en jongeren, ouderen en kwetsbare inwoners kijken naar de bereikbaarheid van de culturele programmering. De 3 kernen, Leidschendam, Stompwijk en Voorburg, worden in de cultuurvisie verschillend benaderd, rekening houdend met de verschillende behoeftes van inwoners. Naast de ruimtelijke aspecten vraagt nabijheid ook dat cultuuraanbieders vraaggericht gaan programmeren en de wijken in gaan,
= Pijler 3: Zichtbaarheid verbeteren. Het college wil de zichtbaarheid van de lokale cultuur en erfgoed vergroten, zodat meer inwoners en initiatiefnemers hun weg weten te vinden in ons culturele veld. Ook door de zichtbaarheid in de publieke ruimte van (amateur)kunstenaars is een wereld te winnen, door hun kunst te tonen op festivals, open podia, door voorstellingen van kinderen op straat,
= Pijler 4: Kwaliteit behouden en versterken. Er is bij het college waardering voor de vele organisaties (zoals koren, toneelclubs, etc.) en de huidige programmering van het museum, theaters en de bibliotheek. Allen dienen echter een slag te slaan naar passend, lokaal laagdrempelig aanbod en het blijven verwelkomen van een gevarieerd publiek.
Belt wil over zijn plannen nu eerst met de gemeenteraad gaan praten voordat hij de nieuwe cultuurvisie echt uitbrengt. Dat zal deze zomer zijn. ‘De nieuwe cultuurvisie schetst het kader voor toekomstige beleidskeuzes en beschrijft de regiefunctie van de gemeente richting het culturele veld. De visie is het fundament onder de toekomstige prestatieafspraken met professionele culturele instellingen en geeft richting bij het verstrekken van subsidies aan verenigingen en burgerinitiatieven. In de cultuurvisie wordt een afsluitend hoofdstuk opgenomen, waarin beschreven wordt hoe de visie naar uitvoering wordt omgezet, met actiepunten op hoofdlijnen’.
Over het ‘nieuwe’ in het beleid meldt de wethouder dat de nieuwe cultuurvisie richt zich meer op de doelgroepen. ‘Dit in tegenstelling tot de huidige visie waarbij kunst en cultuur voornamelijk worden ingezet om bezoekers van buiten de gemeente aan te trekken, toerisme te bevorderen en als instrument voor citymarketing’.
‘Deze aangescherpte focus wordt bevestigd door de uitkomsten van het culturele doelgroepenonderzoek, dat lichte cultuurgebruikers behoefte hebben aan lokaal cultuuraanbod en andere doelgroepen een grotere intrinsieke motivatie en mogelijkheden hebben deze cultuur (elders) op te zoeken’.
‘De nieuwe cultuurvisie zal zich in tegenstelling tot het huidige beleid meer richten op het ondersteunen van cultuureducatie voor alle jeugd en cultuurparticipatie voor inwoners die de meeste hulp nodig hebben en zal een passend lokaal aanbod stimuleren dat aansluit bij deze behoeften. Bijvoorbeeld door voorstellingen in wijkgebouwen of bibliotheken te stimuleren en partners te vragen bij de planvorming een doelgroep analyse te maken’.
‘Dit vraagt om scherpe keuzes. Deze beleidskeuze wordt deels ingegeven door de financiële beperkingen van het culturele budget. Toekomstige initiatieven en programma’s worden getoetst aan de pijlers die in deze brief zijn beschreven. Monitoring en data wordt onderdeel van het instrumentarium van het beleid, zowel voor subsidies als voor de gemeente zelf. Op die manier is toetsbaar of we de gestelde doelen en ambities behalen’.
Meer geld komt er niet zo geeft Belt aan. Er wordt nu 3,4 miljoen euro aan subsidies gegeven. Daarnaast is er op grond van het coalitieakkoord VVD, GBLV, D66 dit jaar 100.000 euro voor cultuurprojecten. In 2025 en 2026 is daar per jaar 120.000 euro voor vrijgemaakt.