Nieuws
Peter van der Ploeg leest: Het ideale vakantieboek

Ik heb iets met vakantieboeken. Altijd al gehad. Toen ik nog werkte, en we dus op gezette tijden met vakantie gingen, kon ik al maanden tevoren geen boekhandel voorbijlopen zonder ‘alvast een boekje voor de vakantie’ uit te zoeken. Zodra ik een roman of verhalenbundel zag liggen die mij al vanaf de omslag onbekommerd leesplezier van de luchtige soort beloofde, was de kans groot dat ik die meenam. Maar daarna ging er vaak iets fout. Wanneer dat boek namelijk eenmaal op het stapeltje boeken voor de vakantie terechtkwam, wilde het gelézen worden. ‘Je kan immers niet voortdurend zware kost lezen’, leek het me te zeggen. Dus las ik zo’n vakantieboek maar alvast, meestal tot groot genoegen. En kocht voor de vakantie dan gewoon nieuwe. Of stopte – te vaak – op het laatste moment maar weer een deeltje Russische Bibliotheek in de koffer. Ook best ontspannend.

Nu ik al een tijdje niet meer werk, lijkt dit gedrag te zijn verdwenen. Het is immers het hele jaar door vakantie, het onderscheid met de andere dagen is weggevallen. Dacht ik. Maar vorige week overkwam mij het weer. Ik struinde op mijn dooie gemak door boekhandel Quist in Bergen op Zoom – mijn echtgenote was in de ernaast gelegen schoenenwinkel ´Florence´ de nieuwe collectie aan het bekijken, dat duurt doorgaans wel even – en raakte aan de praat met de boekhandelaar. Hoe dat zo ter sprake kwam weet ik niet meer, maar op een gegeven moment hield hij ‘het ideale vakantieboek’ voor mijn neus, De betovering van april, geschreven door Elizabeth von Arnim. Voor het eerst gepubliceerd in Londen in 1922, als The Enchanted April, en ter gelegenheid van haar eeuwfeest in 2022 opnieuw uitgebracht, ook in een Nederlandse editie. U raadt het waarschijnlijk al: ik kocht het, en heb het inmiddels al gelezen.

Is het een ideaal vakantieboek? Jazeker! Het is het verhaal van twee vrouwen van midden dertig, wonend in Londen, die op een druilerige middag in februari onafhankelijk van elkaar in The Times de volgende annonce lezen: ‘Aan hen die blauweregen en zonneschijn waarderen. Te huur voor de maand april, aan de kust van de Middellandse Zee: klein en gemeubileerd middeleeuws Italiaans kasteel. Het noodzakelijke personeel is aanwezig. Antwoordnummer 1000, The Times.’ Het is begin jaren twintig, de Wereldoorlog en de Spaanse griep zijn net voorbij maar voor deze twee dames lijkt het alsof de algehele treurnis maar voortduurt. Bovendien is hun beider huwelijk lang niet wat zij er zich als jonge meisjes van hadden voorgesteld. Om al deze redenen smachten ze naar een maandje aan de azuurblauwe zee, en nadat ze hebben kennisgemaakt en vastgesteld dat ze elkaars gezelschap beslist zouden verdragen, boeken ze het kasteel.

De reis per schip en trein naar Noord-Italië, de huur van het kasteel, de kosten voor de maaltijden en de drank: al snel realiseren ze zich dat het avontuur hun privé spaarpotjes te boven gaat. Dus zetten zij op hun beurt een advertentie waarin ze vragen om twee dames die hen willen vergezellen en zo de kosten delen. Daarop komen slechts twee reacties: die van een wat verzuurde oudere vrouw, en van een jonge adellijke dame die niets anders wil dan zich voor een maand onttrekken aan het hijgerige gedrag van haar Londense familie en vriendenkring.

En zo komen de vier in karakter zeer verschillende vrouwen aan in het kasteeltje in Portofino, aan de Ligurische kust, per trein een uurtje ten oosten van Genua. Het kasteeltje en het omringende landschap zijn paradijselijk. Op ieder van de terrassen is het uitzicht over de zee magnifiek. De warmte en stilte ervaren ze als goddelijk na het vieze, mistige en drukke Londen. En wat ze ook achter zich hebben gelaten, realiseert een van de gehuwde dames zich, zijn de in die jaren ´grote onontkoombare waarheden: God, Echtgenoot, Thuis en Plicht’. Ze zijn zichzelf. Ze zijn vrij. Voor even.

Elizabeth von Arnim zou haar reputatie als een van de geestigste schrijvers van haar tijd niet hebben verdiend als ze het hierbij had gelaten. Dat doet ze dan ook niet. Na even te hebben gespeeld met alles wat de nieuwe situatie voor de vier vrouwen betekent, gaat ze pas echt los. De verrassingen volgen elkaar snel op, en aan het einde van het verhaal heeft elk van de dames een geestelijke ontwikkeling meegemaakt, een state of mind bereikt die een verbetering van haar leven zou kunnen betekenen. Dat kan een omgeving als die van Portofino ook met je doen, lijkt Von Arnim te willen zeggen.

Von Arnim schreef de roman in april 1921. Ze verbleef toen zelf in het écht bestaande kasteel, dat ze voor een poosje had gehuurd. Zij was een vrijgevochten vrouw, zo’n vrouw waarin ze de vier dames in haar boek een beetje laat veranderen. Dat is mooi, toch? Dat is ook speels op een hoog niveau. Het laat zien dat een goed boek niet zwaar hoeft te zijn. Toen Von Arnim in 1941 overleed, in de Verenigde Staten, schreef The Times: ‘She leaves, undoubtedly, some of the wittiest novels in the English language.’

Elizabeth von Arnim / De betovering van april / Vertaald uit het Engels (The Enchanted April) door Kathleen Rutten / 285 blz / Signatuur, 2023

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter