Nieuws
Peter van der Ploeg leest: In de marge van ´Oppenheimer´

Wat krijg je wanneer je enkele tientallen mensen vraagt iets op papier te zetten over een en dezelfde man? In een mix van familieleden, vrienden en collega’s? Lees De MANIAC, de onlangs verschenen roman van de jonge Chileense auteur Benjamín Labatut, en je ziet waar dat toe kan leiden. Mits die man maar interessant genoeg is. Nu is die man bij Labatut wel héél interessant: hij is een vooraanstaande wetenschapper, briljant wiskundige, betrokken bij de ontwikkeling van zowel de atoombom als de waterstofbom en bovenal iemand voor wie geen grenzen bestonden aan de consequenties van zijn vak. De mens is nu eenmaal in staat geweldige maar ook afschuwelijke uitvindingen te doen, daarmee hebben we te leven was zijn uitgangspunt. Die man was Johnny von Neumann (1903-1957).

Hij werd geboren in Boedapest, studeerde daar en in Berlijn wiskunde om achtereenvolgens in die laatste plaats en Hamburg aanstellingen als docent aan de universiteit te krijgen. Maar zijn joodse afkomst leverde hem gaandeweg problemen op, zodat hij besloot naar de Verenigde Staten te emigreren. Hij kwam terecht in Princeton, waar hij aan het befaamde Institute for Advanced Study kon gaan werken. Hij zou daar de rest van zijn leven aan verbonden blijven. J. Robert Oppenheimer contracteerde hem daar kort na het begin van de Tweede Wereldoorlog voor zijn Manhattan Project, het onderzoek naar en de bouw van de atoombom. We hebben dat onlangs in de film Oppenheimer in geuren en kleuren kunnen zien. De foto boven dit blogje is uit deze tijd en toont beide mannen.

Neumann was een eenling. Ook in Los Alamos was hij een buitenbeentje, hij was er alleen te vinden wanneer er bijzonder ingewikkelde wiskundige problemen moesten worden opgelost. Ook na de oorlog bleef hij opdrachten aannemen van het ministerie van Defensie, onder andere voor de ontwikkeling van de waterstofbom. Voor de extreem ingewikkelde berekeningen die hierbij vereist waren – bij de atoombom waren die grotendeels nog handmatig uitgevoerd – bouwde hij een ‘machine’, lees computer. Een helse klus, maar toen die eenmaal werkte betekende dat een enorme stap voorwaarts. Hij noemde die machine de ´Mathematical Analyzer, Numerical Integrator And Computer Model´. De MANIAC. Vanaf dat moment was the sky the limit, althans voor Neumann. Alles was te berekenen, te bouwen, te beheersen, tot voordeel van de mensheid. Je kon met zo’n machine zelfs uitrekenen hoe je een nucleaire first strike tegen de Sovjet-Unie tot een goed einde kon brengen. Het Pentagon was zeer geïnteresseerd. Maar daar was men zich ook bewust van de risico´s. Neumann werd in zijn laatste jaren dan ook streng beveiligd. Stel dat hij door de Russen zou worden ontvoerd…

Labatuts keuze het levensverhaal van Neumann door mensen uit zijn omgeving te laten vertellen – gefictionaliseerd, vanzelfsprekend – is een gelukkige. Het resultaat wordt daardoor heel veelzijdig en indringend. Velen roemen in hun bijdrage Neumanns genialiteit, maar er zijn ook stemmen die hem als kinderlijk naïef beschrijven. Dat spanningsveld is zowel fascinerend als angstaanjagend, en geeft de roman haar kracht.

Benjamín Labatut / De MANIAC / Vertaald uit het Engels door Dirk-Jan Arensman / 380 blz / Meridiaan Uitgevers, 2023

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter