Nieuws
26-5 Peter van der Ploeg leest: Yellowface

Stel, je bent 28 en schrijft momenteel aan je zesde roman. En dat terwijl de eerste vijf succesvol waren. Bovendien zit je bij een grote uitgeverij, HarperCollins, die jouw boeken professioneel in de markt zet. Dat is in zeer verkorte vorm het CV van Rebecca F. Kuang (1996), geboren in China en op vierjarige leeftijd met haar familie geëmigreerd naar de Verenigde Staten. Haar eerdere boeken had ik in de boekhandel weleens in handen gehad, maar fantasy ligt me niet zo. Maar dat is anders met Yellowface, de roman die ze eind vorig jaar publiceerde en waarvan onder dezelfde titel nu ook al een Nederlandse vertaling is verschenen. Het is een roman over het schrijven van boeken, over diefstal van intellectueel eigendom, over de potentieel vernietigende werking van social media. Kortom, een horror-versie van het hedendaagse literaire bedrijf. Smeuïg.

De hoofdpersoon in Yellowface is June Hayward, een jonge vrouw van midden twintig die de ambitie heeft om schrijver te worden. Maar haar eerste roman werd een flop en zowel haar agent als de uitgeverij staan niet te springen om een tweede. Ze houdt zich in haar woonplaats Washington DC in leven als studiebegeleider op een middelbare school. Ze heeft één goede vriendin, Athena Liu, met wie ze samen studeerde aan Yale en met wie ze sindsdien het contact heeft aangehouden. Een paar keer per jaar spreken ze af, praten wat bij en halen herinneringen op aan hun studietijd. Eén onderwerp in het bijzonder keert bij die ontmoetingen steeds terug: de romans die Athena schijnbaar moeiteloos uit haar schrijfmachine laat rollen, zonder uitzondering bestsellers.

Yellowface opent met zo’n avondje, ditmaal in het chique appartement van Athena. De dames zijn door het dolle heen, want er valt iets te vieren. Eerder die dag heeft Athena de filmrechten van een van haar boeken voor een vermogen verkocht aan Netflix. Wanneer June en Athena tegen middernacht alle genuttigde alcohol wat willen neutraliseren door pannenkoeken te bakken, verslikt Athena zich in een zachte homp daarvan en stikt voor de ogen van haar verbijsterde vriendin die zich niet meer precies kan herinneren hoe de Heimlich-greep ook al weer werkt. Na het vertrek van de hulpdiensten en de politie ruimt June wat op en neemt een taxi naar huis. Maar niet nadat ze eerst het uitgetypte manuscript van Athena’s nieuwste roman, dat haar vriendin haar eerder op de avond vol trots had laten zien, in haar rugzak stopt. Waarom ze dat doet kan ze niet uitleggen. Of misschien wel ….

Wanneer de begrafenis van Athena achter de rug is en June weer wat helderder kan denken, bladert ze het manuscript eens door. Het blijkt een eerste versie, er moet nog stevig redactie over worden gedaan. Aan de verleiding om dat zelf eens te proberen kan ze zich niet onttrekken. Langzaamaan daagt het June dat ze zich het manuscript kan toe-eigenen. Het presenteren als haar eigen werk. Ook eens succes hebben, misschien wel veel geld verdienen. In zekere zin voelt het als haar hoofd in de strop leggen, eenmaal gekozen voor deze optie is er geen weg terug. Maar Athena werkte altijd op een ouderwetse schrijfmachine, tijdens het schrijven heeft ze daarom geen digitale sporen nagelaten. Dus welk risico loopt Jane nu helemaal? Ze neemt de stap.

Vanaf dat moment verslapt de spanningsboog geen moment. Alles lijkt te lukken, van een vet contract tot een geoliede promotiecampagne, zelfs nominaties voor literaire prijzen. Maar ook is er dat voortdurende gevoel dat de onderneming héél erg fout zou kunnen gaan, haar een sociale en financiële afgrond in kan sleuren. Want zwierven er niet nog ergens notitieboekjes van Athena rond? En waarom wordt er door sommige critici steeds maar weer op gehamerd dat de roman stilistisch en qua onderwerp veel meer past in het oeuvre van Athena dan dat het lijkt op het toch wat zielige debuut van June? En dan die trollen op het internet met hun insinuaties!

Wat niet helpt in het overtuigen van kritische lezers is het onderwerp van de roman: de lotgevallen van jonge Chinese mannen die als ‘vrijwilliger’ werden geronseld om te vechten in de Eerste Wereldoorlog. Dat is een onderwerp dat in de Verenigde Staten het etiket ‘Asian American and Pacific Islanders’, afgekort AAPI krijgt. Een gevoelig onderwerp, waar June als blanke Amerikaanse nooit eerder in het openbaar affiniteit mee heeft getoond. Voor de in Hong Kong geboren, licht getinte Athena zou dat, in ieder gevoelsmatig, als het ware een thuiswedstrijd zijn geweest.

Ik lees zelden een boek in een of twee zittingen uit. Maar Kuang geeft het verhaal met zo’n ijzeren regelmaat een onverwachte draai, of zet je aan het denken bij de zoveelste inkijk in de soms glibberige uitgeverswereld, dat je steeds meer wil. Stephen King was helder in zijn oordeel over het boek: ‘Hard to put down. Harder to forget’. Met deze lof van de oude grootmeester moet Kuang blij zijn geweest.

Rebecca F. Kuang / Yellowface / Vertaald uit het Engels door Hi-en Montijn / 316 blz / HarperCollins, 2023 – The House of Books, 2024.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter