Mening
U zegt het maar: Publicatie leidt tot onvrede

De heren B. Logger en B. Vermond, Onderzoekscollectief Spit

Geachte heren Logger en Vermond,

Vanochtend (zondag 2 juni 2024) werd ik onaangenaam verrast door een artikel in Vlietnieuws met de kop: ‘Onenigheid over artikel Vlietland bijgelegd’. In dit artikel staan evenals in uw artikel over Vlietland dat op 29 mei jl. is verschenen in Vlietnieuws helaas weer veel feitelijke onjuistheden.

Het vandaag in Vlietnieuws verschenen artikel begint met de zinnen: ‘Onderzoekscollectief Spit hoeft een artikel over de bouw van 222 recreatiewoningen in Vlietland, dat op woensdag 29 mei bij Vlietnieuws verscheen, niet te rectificeren. Dat meldt het collectief na telefonisch contact met de directeur van Recreatiecentrum Vlietland, Bart Carpentier Alting. Die eiste eerder wel aanpassingen vanwege feitelijke onjuistheden en niet verwerkte correcties’.

De voornoemde bewering is onjuist, omdat u het artikel van woensdag 29 mei naar aanleiding van de door mij namens R.C. Vlietland B.V. (RCV) geconstateerde belangrijkste onjuistheden in het betreffende artikel op mijn dringende verzoek en ter voorkoming van (verdere) schade voor RCV afgelopen donderdag vrijwel allemaal al direct had gerectificeerd. Dit door de door mij gevraagde voor RCV van groot belang zijnde verbeteringen in de tekst van uw artikel aan te brengen.

Op donderdag 30 mei jl. heeft u Vlietnieuws en mij hierover een bericht gestuurd waarin u schrijft: ‘in de bijlage een nieuwe versie van de tekst met de betreffende wijzigingen’. In een telefoongesprek van afgelopen vrijdag heb ik de heer Bram Logger alleen meegedeeld dat alle andere door mij geconstateerde onjuistheden in uw artikel wat mij betreft niet gerectificeerd hoefden te worden, omdat deze de belangen van RCV niet schaden. Ter zijde merk ik op dat ik wel had gehoopt en verwacht dat u ontvankelijk zou zijn voor mijn overige correcties van feitelijke onjuistheden in uw artikel en vond ik het teleurstellend dat dit niet het geval bleek te zijn.

In het op zaterdag 1 juni jl. in Vlietnieuws geplaatste artikel met de kop: ‘Topman Vlietland eist correcties’ staat over uw aanpassingen van onjuistheden onder meer: ‘De belangrijkste steen des aanstoots was een zinsnede in het stuk waarin werd gesteld dat het gebied waar 222 recreatiewoningen moeten komen, straks niet toegankelijk zou zijn voor bezoekers van Vlietland. Volgens Bart Carpentier Alting staan juist in het bestemmingsplan en een overeenkomst tussen RCV en de provincie Zuid-Holland (eigenaar van Vlietland) garanties inzake de openbare toegankelijkheid van het gebied. De schrijvers hebben Vlietnieuws inmiddels verzocht de betrokken zin in het stuk van 29 mei aan te passen. Zulks is gebeurd. Andere wijzigingen hebben zij naar eigen zeggen verwerkt in het artikel dat op de site van het Onderzoekscollectief staat: https://www.onderzoekscollectiefspit.nl/longreads/zestig-jaar-touwtrekken-om-vlietland. Vlietnieuws is gevraagd het hele stuk, inclusief wijzigingen, opnieuw te plaatsen’.

Vervolgens heeft u Omroep Midvliet de voornoemde -op mijn verzoek- door u gerectificeerde tekst van uw artikel toegestuurd. De aldus verbeterde tekst van uw artikel is geplaatst op de website van Midvliet. Dezelfde verbeterde tekst van uw artikel heeft u ook geplaatst op de site van uw hiervoor genoemde onderzoekscollectief.

Afgelopen vrijdag 31 mei jl. ontving ik van u een merkwaardig mailbericht met veel onjuistheden dat vandaag letterlijk en volledig genoemd wordt in het artikel in Vlietnieuws over Vlietland met de kop : ‘Onenigheid over artikel Vlietland bijgelegd’. In dit mailbericht en in het vandaag door Vlietnieuws gepubliceerde artikel stelt u ineens dat uit “openbare bronnen” -waaronder een cartoon in een dagblad- zou blijken dat het te realiseren “vakantiepark” in Vlietland “niet toegankelijk” zou zijn voor bezoekers aan Vlietland. Dit zou volgens u ook blijken uit punt 13 en 14 van de door DLR en RCV op 23 januari jl. aan de provincie Zuid-Holland toegestuurde ingebrekestelling.

Van onderzoeksjournalisten mag naar mijn mening verwacht worden dat men zich voor een juiste oordeelsvorming baseert op niet ter discussie staande feiten en dat men daarbij uiterst zorgvuldig te werk gaat en dit onder meer doet door naar meerdere betrouwbare bewijsstukken op zoek te gaan. Het noemen van een cartoon in een dagblad als bewijsmateriaal dat het recreatiewoningenpark niet openbaar toegankelijk zou zijn past niet in deze werkwijze, zo lijkt mij. Ook ten aanzien van de door u genoemde punten 13 en 14 van de door DLR en RCV aan de provincie Zuid-Holland toegestuurde ingebrekestelling als bewijs voor uw voornoemde stelling slaat u de plank volledig mis. Dit aangezien daarin juist heel duidelijk staat aangegeven dat het recreatiewoningen gebied openbaar toegankelijk moet zijn en zelfs aan welke specifieke openbaarheidseisen DLR en RCV moeten voldoen. In andere openbaar toegankelijke documenten zoals erfpachtcontracten en bestemmingsplannen staan deze openbaarheidseisen en garanties nog veel uitgebreider genoemd. U heeft echter klaarblijkelijk niet de moeite genomen deze documenten te lezen en zelfs niet de moeite genomen de door u genoemde ingebrekestelling (met onder meer de punten 13 en 14) goed te lezen.

U herhaalt zodoende wederom een eerder door mij namens R.C. Vlietland B.V. (RCV) op 29 mei geconstateerde feitelijke onjuistheid in uw publieke berichtgeving. Dit is schadelijk voor de beeldvorming omtrent Vlietland en schadelijk voor de belangen van RCV en haar partners.

Na de ontvangst van uw mailbericht van afgelopen vrijdag heb ik de heer Bram Logger gebeld. Hierbij heb ik hem -in een naar mijn idee constructief gesprek- meegedeeld dat het wat RCV betreft voldoende was indien hij en de heer Vermond zich in het vervolg zouden houden aan de door hen gerectificeerde tekst van hun artikel waarin de door RCV geconstateerde belangrijkste onjuistheden waren verbeterd en dit ook door u aan Vlietnieuws zou worden meegedeeld en door Vlietnieuws zou worden gepubliceerd.

Verder heb ik de heer Logger in dit telefoongesprek meegedeeld dat alle andere door mij geconstateerde onjuistheden in uw artikel wat mij betreft niet gerectificeerd hoefden te worden, omdat deze de belangen van RCV niet schaden. Omtrent uw opmerkingen in uw voornoemde mailbericht over persvrijheid etc. heb ik in het telefoongesprek met de heer Logger aangegeven dat persvrijheid geen vrijbrief is om publiekelijk onjuiste en voor derden schadelijke beweringen te doen. De heer Logger en ik waren het erover eens dat het niet meer dan vanzelfsprekend was dat ik u namens RCV had verzocht om feitelijke onjuistheden te rectificeren.

Verder ben ik het niet eens met de bewering in uw mail van afgelopen vrijdag, die staat in het vandaag verschenen artikel in Vlietnieuws, dat de overige naar het oordeel van RCV onjuiste mededelingen in uw artikel vooral tekstuele kwesties betreffen en dat de woordkeuze en de interpretatie van de feiten het recht van de journalist is.

Zo was het onjuist om in uw artikel te stellen dat de recreatiewoningen in “natuurgebied Vlietland” gebouwd gaan worden, aangezien dit terrein als bestemming recreatiegebied heeft en dit terrein ingericht mag worden ten behoeve van intensieve recreatie waaronder verblijfsrecreatie. Ook de mededeling in uw artikel dat de Rijnlandroute langs Vlietland loopt in plaats van gedeeltelijk door Vlietland en over de geplande golfbaan behoefde aanpassing. Zoals eerder gezegd dank ik u voor de door u ter zake gemaakte aanpassingen van uw artikel en de correctie van de voor RCV belangrijkste andere feitelijke onjuistheden.

Het is wel van belang ter beperking van de schade en verdere schade dat u nu zo spoedig mogelijk en uiterlijk voor komende woensdag 17.00 uur actief bijdraagt aan het zoveel mogelijk herstellen van de schade die u heeft veroorzaakt en dit te doen door te verklaren in een door Vlietnieuws te publiceren bericht dat uit het door u genoemde document blijkt dat het recreatiewoningengebied in Vlietland wel degelijk openbaar toegankelijk zal zijn. Dit verzoek doe ik met kracht van sommatie.

Zoals ik u eerder heb meegedeeld heb ik in principe grote waardering voor onderzoeksjournalisten zoals u. Ook ben ik verheugd over veel van hetgeen u tijdens uw onderzoek hebt ontdekt, omdat dit bijdraagt aan een goed begrip over de geschiedenis van Vlietland en de besluitvorming over de inrichting daarvan.

Vriendelijke groet,

Bart Carpentier Alting, Directeur R.C. Vlietland B.V.

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter